Klimaatrisico’s op gebouwniveau eenduidig in beeld

Hoe maak je de fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau inzichtelijk? Hoe groot is bij een specifiek gebouw de kans op hittestress, op verzakking bij droogte, op wateroverlast of zelfs overstroming? Lastige vragen die nogal eens verschillend worden beantwoord. Het rapporteren over klimaatrisico’s van bestaand vastgoed is steeds vaker gemeengoed, onder andere vanwege de EU Taxonomy. Stilzitten is voor gebouweigenaren, woningcorporaties, beleggers en overheden geen optie meer. Handelen naar geconstateerde risico’s is urgent en noodzakelijk. Maar hoe constateer je die risico’s?

Een standaard methodiek daarvoor ontbreekt. DGBC werkt daarom in een brede alliantie van financiële instellingen, kennisinstituten, adviseurs en overheden aan een ‘framework for climate adaptive buildings’ waarin een eenduidige methodiek komt te staan voor het vaststellen van fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau.

Voor iedereen beschikbaar

“We hebben een heel mooi palet aan private en publieke belanghebbenden bij elkaar in dit project” stelt Jan Kadijk, bij DGBC verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de methodiek. “Ons doel is om afspraken te maken over een eenduidige en breed gedragen methodiek. Deze methodiek is straks voor iedereen beschikbaar en werkt door in veel instrumenten. Klimaatrisicoscans waren tot nu toe vaak een black box: de onderliggende aannames en berekeningen zijn meestal niet duidelijk, waardoor je niet goed weet wat je bij een bepaalde uitslag moet doen. Je buurman kan met een andere scanaanbieder zomaar een heel ander uitslag hebben. Met dit gezamenlijke framework leggen we de basis voor een gemeenschappelijke taal en een ‘level playing field’ op het gebied van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving.”

DGBC is blij met zowel publieke als private partijen in het project. “Je kunt klimaatrisico’s tegengaan op gebouwniveau, maar ook op gebiedsniveau. In dit framework willen we beide niveaus verbinden. Je kunt immers bij hittestress misschien beter samen het plein vergroenen, dan dat ieder voor zich een energieslurpende airco toevoegt aan het eigen gebouw. Dit gesprek wordt gemakkelijker als je de problematiek in de basis op eenzelfde manier in kaart hebt gebracht.”

Levensduurverlenging

Het uiteindelijke doel is een klimaatbestendig gebouwde omgeving die klaar is voor het veranderend klimaat. “In termen van circulariteit is klimaatadaptatie van de bestaande gebouwde omgeving eigenlijk een vorm van levensduurverlenging. Daarnaast biedt het mogelijkheden om actief bij te dragen aan andere doelen zoals reductie van het energiegebruik (het ‘Paris Proof’ maken van gebouwen) en herstel van biodiversiteit, bijvoorbeeld door meer stenen te vervangen door groen.”

De methodiek wordt eerst op gebiedsniveau en daarna op gebouwniveau ontwikkeld. Op donderdag 9 juni is er een eerste bespreking van de concept-methodiek voor het bepalen van klimaatrisico’s op gebiedsniveau. De planning is om uiterlijk in voorjaar 2023 de eerste proeve van het totale framework op te leveren. Tijdens de ontwikkeling wordt voortdurend getest of de methodiek in de ‘echte wereld’ bij concrete gebouwen tot plausibele resultaten leidt.  

Meer informatie

Wil je meer weten over het onderwerp of denk je bij te kunnen dragen, dan ben je van harte welkom om contact op te nemen met Jan Kadijk: j.kadijk@dgbc.nl

Aangesloten partners

Gerelateerd

Zo verduurzaamt TNO 205.000 m² vastgoed, van kantoren tot laboratoria

Zo verduurzaamt TNO 205.000 m² vastgoed, van kantoren tot laboratoria

Europees Parlement

EU geeft definitieve goedkeuring aan herziening verordening bouwproducten (CPR)