Zo halen we Paris Proof: positief denken en doen

We zijn onderweg naar Parijs, maar we moeten wel snel stappen zetten. Dat was de sfeer tijdens het Paris Proof Congres 2022. Er gebeurt veel, zo is de werkelijke energie intensiteit indicator (WEii) voor woningen gereed, is bekend dat ook de woningvoorraad Paris Proof kan halen, en is de komende regelgeving toegelicht. Maar we zijn er nog niet, we moeten aan de slag. Het was een bruisend congres met diverse inzichten en bij alle aanwezigen de ambitie om Paris Proof te halen.   

Dagvoorzitter Tom van 't Hek opende het congres met een interview met DGBC-directeur Annemarie van Doorn en programmamanager Paris Proof Martin Mooij. Van Doorn: "Mooi dat de zaal vol is en ik zie veel nieuwe gezichten, het onderwerp leeft. Mooij: "Gebouwen vormen de grootste sector, daar zijn we van, we hebben invloed. Het Paris Proof-doel hebben we eerder gedefinieerd, maar ook de weg ernaartoe doet ertoe." Van Doorn: "We moeten de mensen meenemen." Mooij beaamde dat en opende het congres positief: "Beleggers worden al afgerekend op doelen en transitiepaden, het is dus goed als er meer routekaarten komen en dat er zo veel mensen hier zijn om hierover te leren en ervaringen te delen. We zijn iets gaafs aan het doen en laten zien hoe het kan." Van Doorn: "Laten we aan de slag gaan en doe mee." 

‘Kabinet neemt klimaatverandering serieus’ 

Daarna vertelde Ferdi Licher, directeur Bouwen en Energie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de verduurzamingsplannen van minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: "Het kabinet wist dat het Klimaatakkoord niet genoeg is en neemt het serieus: er gaat groot geld in." Niet alleen eigenaren, ook gebruikers moeten volgens hem nadenken over energiebesparing. Slechte energielabels moeten zo snel mogelijk verdwijnen. "We willen CO2-eisen gaan stellen aan de bouw en gebouwen. Voor de zomer komt er de mogelijkheid om CO2-opslag in gebouwen te waarderen. Licher benadrukte dat doelen scherper moeten voor de langere termijn, omdat er nog grote stappen te nemen zijn. 

Licher hield de zaal voor dat niet alleen op langere termijn acties nodig zijn: "Binnen een jaar moeten we in Europa van het Russische fossiele gas af." Van 't Hek vroeg hem nog even naar de klimaattop. Licher was er niet bij, maar volgens hem kwam heel Europa met grote teleurstelling terug, omdat doelen zijn afgezwakt. Van Doorn vroeg wat hij vond van de bijna tachtig ondertekenaars van het Paris Proof Commitment. Licher: "Je wil aan een mooi Nederland werken en er kan zo veel meer dan een blokkendoos maken. De werkelijkheid is wel dat een grote groep achterloopt, dus moeten we daar iets aan doen. Maar we hebben jullie als koplopers nodig om te laten zien dat het kan." 

Quiz 

Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen, onderwierp de congresgangers aan een quiz. De eerste vraag over drie doelen, hadden de meeste aanwezigen fout, want Nederland heeft wel degelijk doelen gehaald. De bekende twitteraar stelde vragen als welk deel van de finale energie gebruikte Nederland voor haar gebouwen in 2021? Dat is 25 procent en dat is heel veel. Welk deel van Nederland heeft energielabel E, F of G? Zestien procent en waarschijnlijk hoger, want niet alles is gelabeld. En een goed zonnepaneel bespaart zeventig kubieke meter gas, een slechte vijftig. Het gaat volgens Visser nog niet goed met de verduurzaming. Verduurzaam via normering en niet door beprijzing, is zijn oproep aan Licher. 

Gedragsverandering nodig 

Daarna hield Onno Dwars, directeur van Ballast Nedam Development, een inspirerend betoog waarom iedereen mee zou moeten doen om de hele gebouwde omgeving Paris Proof te krijgen. "Gedragsverandering gaat stap voor stap, maar dat zit niet in onze genen", zei Dwars en ter illustratie had hij vakantiefoto's meegenomen: in de regen op het terras en van het strand met bosbranden op de achtergrond. "Als je wel een nieuwe keuken plaatst, maar geen zonnepanelen, dan ben je verkeerd bezig. Komende winter gaan we weer skiën, zelfs als er geen sneeuw ligt, we passen ons gedrag niet aan. We kunnen het wel. Ik geloof dat we een positieve wereld kunnen maken."   

Gezonde gebouwen en een gezonde leefomgeving helpen de zorgsector. Dwars: "We blijven CO2 uitstoten, maar als het budget op is, krijgen we een CO2-lockdown. Als we zo doorgaan, al in 2028. We maken producten die meer CO2 opslaan dan uitstoten. Wij kunnen de normen veranderen. Als we grondstoffen zelf verbouwen en de cirkel rond maken, dan kunnen we CO2-positief worden. Ik heb liever energieongelijkheid dan ongelijkheid in levenskwaliteit in buurten. De gebouwde omgeving kan hierin het verschil maken om mensen sociaal te verbinden. De natuur omarmen, biedt veel kansen. Gebouwen worden ecoducten en steden onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Een groene omgeving leidt tot minder gezondheidsklachten en bijvoorbeeld minder vroeggeboorten." Nederland staat qua toekomstperspectief onder druk en Dwars riep de aanwezigen op de toekomst naar nu te halen. "Het is aan ons om te laten zien dat we voor 2030 de boel op orde hebben", besloot hij. Daarna was het tijd voor de deelsessies.    

Werken met reductiepaden  

DGBC heeft met het Paris Proof-niveau een ambitie neergezet voor 2040. Gecombineerd met WEii-klasse Zuinig in 2025 en Zeer Zuinig in 2030 voldoet dit reductiepad aan de wens van het Intergovernemental Panel on Climate Change (IPCC) om binnen de 1,5 graden Celsius opwarming van de aarde te blijven. De institutionele beleggers gebruiken de internationale Carbon Risk Real Estate Monitor (CRREM). “Paris Proof is denken in reductiepaden om binnen het CO2-budget te blijven. CRREM doet eigenlijk hetzelfde: paden maken waar je binnen moet blijven, je asset is anders ‘stranded’ en niet meer waardevast”, lichtte Eefje Stutvoet van DGBC toe. 

De zorgsector stuurt ook op werkelijk energiegebruik en deze reductiedoelen. Volgens Adriaan van Engelen (Milieuplatform Zorg) heeft negentig procent al een routekaart, maar het blijft lastig om bestaande bouw ook ver genoeg te verduurzamen. En de sector wil volgens Engelen meer: “We willen materiaalgebonden emissies toevoegen aan de eisen aan nieuwbouw, maar dat is nog lastig omdat die boodschap er vanuit de overheid nog niet is.” 

Download de presentatie (pdf)

WEii, EnergieKompas en het datastelsel  

De WEii (Werkelijke Energie intensiteit indicator) is de methode voor het bepalen van het Paris Proof-niveau. Het meten van energiegebruik wint terrein tegenover energielabels die op de theoretische prestaties zijn gebaseerd. “Iedereen kan iets met WEii, we hebben de basis gelegd van een gemeenschappelijke taal”, zei Michiel van Bruggen (TVVL). De overheid blijft vragen om energielabels en daarom zijn die in het EnergieKompas gecombineerd met het werkelijk energiegebruik. “We missen een duidelijke navigatie voor de route naar Parijs. Daarom hebben we het EnergieKompas ontwikkeld”, aldus Bert Elkhuizen van INNAX.  

Hoe krijg je dan alle energiedata bij elkaar? Daarvoor komt het DVU (Datastelsel Verduurzaming Utiliteitsbouw). “Om de route naar Parijs te bepalen, hebben we data nodig. In het datastelsel verzamelen en delen we data over energiegebruik in de utiliteitsbouw”, lichtte Marco Witschge van het Platform Duurzame Huisvesting toe. Energiebedrijf Vattenfall is hard op weg naar Paris Proof en het hoofdkantoor is er al. Maar het bedrijf doet meer, zegt Tim Pellenkoft:  “Aan onze zakelijke markt geven we een seintje als hun energiegebruik meer dan twintig procent afwijkt van het jaar ervoor. Daarnaast bieden wij inzicht in gebruik en kosten.” 

Download de presentatie (pdf)

Optimale energieprestatie voor gebouwen  

Gebouwen halen in de praktijk lang niet het berekende energiegebruik. Dat geldt ook voor nieuwbouw. Projectleider van Brains 4 Buildings, Mirjam Harmelink (TU Delft), vertelde over de ambities van haar programma. "Operationele intelligentie toevoegen aan gebouwen, zodat je op een slimme manier fouten kunt opsporen en verbeteren." Comfort en hoe gebruikers dat waarderen is daarbij ook belangrijk. Robert Rosier van building operator TPEX beheert 225 gebouwen, waaronder EDGE Olympic in Amsterdam. Daar zijn met 1600 sensoren patronen in energiegebruik gemeten en aangepast. Systemen gingen uit en zo is na oplevering nog 34 procent extra bespaard. "Door dingen te meten en bij te stellen, kun je alles uit een gebouw halen en fors besparen", aldus Rosier. 

Angela Verbrugge (Croonwolter&dros): "Paris Proof is steeds meer een integraal vraagstuk." Zij liet diverse voorbeelden zien van hoe met kennis van diverse partijen Paris Proof gebouwen kunnen worden gemaakt met standaardmodules. Daarna gingen zij in discussie over hoe je de grote grijze massa aan gebouwen moet verduurzamen. Rosier: "We maken simulaties en laten ons adviseren door de techniek waar we kunnen verbeteren, dat is een continu proces." Harmelink: "Je moet ook kijken naar hoe veel sensoren je daarvoor nodig hebt." Verbrugge: "En je kunt niet overal een gebouwdeel zomaar afsluiten." 

Download de presentatie (pdf)

Paris Proof bij nieuwbouw  

Paris Proof is berekend als doel voor het energiegebruik van de bestaande vastgoedvoorraad. Nieuwbouw wekt eigen energie op en legt geen beslag meer op het CO2-budget, zo luidde het uitgangspunt. “Een nieuw gebouw dat alleen Paris Proof is tijdens de gebruiksfase, is niet ambitieus genoeg”, stelt Martin Mooij (DGBC). “Energie en materiaalgebruik kun je niet los zien van elkaar, je moet het in samenhang bekijken”, zei Pieter Nuiten van W/E adviseurs. Zij ontwikkelden een CO2-barometer voor het LenteAkkoord. Op basis van de MilieuPrestatie Gebouwen is berekend wat de maximale operationele en materiaalgebonden emissies zijn voor woningbouw. Nuiten vervolgde: “Voor materialen komt dat neer op een budget van 220 kg CO2-equivalent per vierkante meter, uit het DGBC Paris Proof materiaalgebonden emissies protocol. Dat is een vrachtwagen vol materiaal voor één woning. Dat soort budgetten moeten we in ons hoofd krijgen.” 

“Paris Proof ontwerpen is geen rocket science”, stelde Jean Franzen van DGMR. “Een ontwerp moet slim zijn en goed zijn afgestemd op het gebruik. Zo voorkom je bijvoorbeeld dat een biobased gebouw veel energie gebruikt.” DGMR neemt het budget voor operationele en materiaalgebonden emissies als uitgangspunt voor het ontwerp, maar Franzen vindt dat je ook biodiversiteit en klimaatadaptatie meteen moet meenemen: “De MilieuPrestatie Gebouwen kijkt naar de hele levensduur en omvat negentien milieueffecten. Het is nog lastig om informatie daar systematisch uit te halen en zo te kiezen aan welk onderwerp je een positieve bijdrage wil leveren. Laten we een MPG 2 benoemen voor de bouwfase." En hij doet een oproep voor een MPG die de CO2-opslag in gebouwen waardeert.

Download de presentatie (pdf)

Paris Proof en aanstaande regelgeving  

Minister Hugo de Jonge (VRO) heeft de Tweede Kamer in oktober geïnformeerd over aanstaande regelgeving in de utiliteitsbouw. Door het Klimaatakkoord en aanstaande Europese regelgeving verandert er veel. Wat brengt de komende regelgeving, wat kan al en hoe verhoudt dit zich tot Paris Proof? Selina Roskam van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vertelde over strengere nieuwbouweisen vanuit Europa naar nul CO2-uitstoot. Voor bestaande gebouwen komen er ook strengere regels. "Waarschijnlijk moet Nederland de energielabels gaan herijken, want de plusjes mogen niet meer van Europa", aldus Roskam. Zij verwacht niet dat er ineens hele nieuwe eisen komen.  

Zij vertelde ook over de aanpak van de utiliteitsbouw. De eindnorm komt in lijn met de nieuwe Europese regels EPBD 4. Alle G-labels moeten er in 2030 uit zijn en F-labels in 2034. Een uitzondering geldt voor monumenten en operationele defensiegebouwen. "We proberen vanuit Nederland bedrijfsgebouwen en logistiek toe te voegen aan energieprestatienorm NTA8800 en we willen toezicht en handhaving verbeteren", aldus Roskam. Nadeel van wetgeving is dat het lang duurt, dus daarom riep ze de zaal op vooral meer met zonne-energie te doen: "Er moeten meer panelen op de daken komen, al was het maar om te voorkomen dat we alle akkers moeten vullen." Een overzicht van de nieuwe Europese regels en de gevolgen en uitwerking voor Nederland verschijnt volgende week op dgbc.nl

Download de presentatie (pdf)

Bestaande woningvoorraad naar Paris Proof 

Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft voor DGBC de maatregelen en kosten om de gehele bestaande woningvoorraad naar Paris Proof te brengen onderzocht. Dat betekent een energiebesparing van 66 procent. Thomas Endhoven van het EIB presenteerde de resultaten: “Om Paris Proof te halen moet je 66 procent energie besparen en dat kan. Michiel van Bruggen (TVVL) en Eefje Stutvoet (DGBC) bespraken de resultaten met Endhoven. En de conclusie luidt: het gebruik van de Werkelijke Energiegebruik intensiteit indicator (WEii) blijft niet bij boekhouden met energielabels, maar je kunt meetbaar energie besparen. Het maakt niet uit welke maatregelen je neemt, wel wat er op de meter verschijnt.   

Download de presentatie (pdf)

Hoe maak je een Paris Proof routekaart?   

Vastgoedeigenaren en gebruikers zijn actief om portefeuille routekaarten naar Paris Proof op te stellen. Adviesbureaus hebben instrumenten en stappenplannen ontwikkeld om hen hierbij te begeleiden. Vier bureaus deelden hun ervaringen. 

Dave Baas (Renor): “Na het opstellen van een routekaart lopen veel gebouweigenaren vast in de uitvoering. In onze online omgeving kun je op één plek doelstellingen, budgetten, programma’s en maatregelen zetten. Zo kun je met collega’s en externe partijen makkelijk scenario’s verkennen, planningen maken en bijsturen op weg naar Paris Proof.” 

Bij het Paris Proof Partnership krijg je begeleiding van een persoonlijke verduurzamer van INNAX. Marco Scheers: “Met een stappenplan helpen we organisaties om inzicht te krijgen in hun energiegebruik en met welke stappen je dat omlaag kunt brengen. We koppelen gebouweigenschappen aan het werkelijk energiegebruik. We stellen altijd drie routes op waar de klant uit kan kiezen.”  

Volgens Bram Schats (Avelution) begint alles bij inzicht. Avelution berekent vooraf hoe gebouwen zouden moeten presteren. “We werken toe naar verbonden gebouwen. Nieuwbouw maken we ‘smart building ready’, installaties communiceren met elkaar. Aan bestaande bouw voegen we ‘Internet of Things-oplossingen toe, om energieverspilling tegen te gaan en de luchtkwaliteit te verbeteren.” 

Met de integrale aanpak FastLane helpt Royal HaskoningDHV vastgoedeigenaren bij verduurzaming. Thomas Verhoeven: “We zorgen dat een pand aan de huidige wetgeving en normen voldoet. De aanpak bestaat uit zes stappen. We beginnen met een inventarisatie en een nulmeting, een gebouwanalyse en stellen dan een verduurzamingsplan op met een maatregelenpakket voor energie- en materiaalgebruik. Dan kijken we naar de haalbaarheid en tot slot monitoren we de voortgang.” 

Download de presentatie (pdf)

Spaarconstruct voor verduurzamingsplannen  

Verduurzaming van de gebouwde omgeving naar Paris Proof-niveau kost 34 miljard euro. Verdeel deze kosten over eigenaar en huurder en je komt op negen euro per m2 per jaar. Koppel hier een spaarpot aan en je hebt het spaarconstruct, waarbij eigenaren verplicht een verduurzamingsplan opstellen en samen met de huurders geld reserveren voor verduurzaming. Voorzitter van de werkgroep Kantoren Yvette Watson (PHI Factory), Michiel van Hecke (Dudok), Ton van Balen (Dudok) en Rob Klinkert (PWC) lichtten het plan toe, zoals ze eerder deden tijdens een webinar waar ze het plan presenteerden.  

Download de presentatie (pdf)

Materiaalgebonden emissies  

Zo’n 54 partijen in de bouw- en vastgoedsector werken actief aan het terugdringen van materiaalgebonden emissies. Productie van bouwmaterialen veroorzaakt elf procent van alle CO2-uitstoot. In een tweedelige werksessie gingen de ondertekenaars van de intentieverklaring materiaalgebonden emissies in gesprek over hoe zij dat aanpakken en wat ze van elkaar kunnen leren. In het eerste gedeelte deelden deelnemers ervaringen op organisatie- en projectniveau, onder wie Coert Zachariasse (Delta Development), die zelf een voorbeeldproject en aanpak heeft: “We hebben een prachtig gebouw neergezet met de hoogste scores en labels, maar het voldoet nog niet. Het is niet Paris Proof. We hebben nu een instrument (WiseBrick) waarmee we beter kunnen sturen op CO2. “Vallen is oké! Wees moedig en probeer het. Met kleine stappen bereik je uiteindelijk dat doel”, zei Cherryl Djoegan van HD Groep.

Synchroon berekende reductiepaden voor de woningbouwopgave op basis van het Paris Proof materiaalgebonden protocol. Maaike Perenboom (Synchroon): “Dat betekent eigenlijk dat we alleen biobased en hergebruikte materialen moeten toepassen. Dat is een hele ommezwaai. Maar daar moeten we naartoe.” In het tweede gedeelte gingen de deelnemers aan het werk met kansen in ketensamenwerking. Maar belemmerende regelgeving en oude conservatieve werkwijzen belemmeren het halen van de doelen. De aanwezigen streven naar een positieve bijdrage in de gebouwde omgeving, die verder gaat dan alleen het terugdringen van CO2-uitstoot.

Daarnaast was het Paris Proof Congres ook veel bijpraten en ervaringen uitwisselen. 

SDG's

Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen

Gerelateerd

Europees Parlement

EU geeft definitieve goedkeuring aan herziening verordening bouwproducten (CPR)

Whitepaper met alle informatie die je nodig hebt om data over je energiegebruik te verzamelen. 'Sturen op werkelijk energiegebruik' gidst bedrijven door datadoolhof

Waarom sturen op werkelijk energiegebruik en hoe doe je dat?

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'