Slimme gebouwen horen bij slimme steden

Het twee weken geleden officieel geopende intelligente kantoorgebouw The Edge (40.000 m2) aan de Amsterdam Zuidas is het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld. BREEAM gaf het complex de kwalificatie ‘outstanding’. Bij Building Research Establishment, de wereldwijde beoordelaar van duurzame gebouwen, werd een score van 98,36 procent behaald; de hoogste score ooit voor een nieuw kantoorgebouw.

Hoge ogen

Jan-Hein Tiedema, algemeen directeur OVG Real Estate,is trots op het bereikte resultaat. “Toen we acht jaar geleden aan de ontwikkeling van The Edge begonnen hadden we uiteraard ambities op het gebied van duurzaamheid, maar dachten we nog niet aan de allerbeste beoordelingen. Maar in de loop van vorig jaar werden we gesterkt in de potentie van het gebouw om de best mogelijke duurzaamheidsscore te behalen. Dat heeft alles te maken met snelle technologische veranderingen en de belangstelling van de markt om een bijdrage te leveren. De diverse nominaties en awards hebben ons uiteindelijk wel verbaasd. We rekenden op veel aandacht in Nederland, maar dat het gebouw ook in internationaal perspectief zulke hoge ogen gooit hadden we niet onmiddellijk verwacht.”

Kan het nog beter?

“Ongetwijfeld. Dit gebouw hebben we terwijl de bouw al gaande was nog verder verduurzaamd. Als we het nog een keer over zouden mogen doen, dan nemen we een aantal zaken vanaf het begin mee. Nu hebben we terwijl een deel van de verlichtingssystemen en plafonds al was aangebracht, het besluit genomen het door Philips ontwikkelde ‘Connected Lighting System’ - meet daglicht, beweging en temperatuur en speelt daar op in - te installeren. Dat hadden we achteraf gezien liever gelijk gedaan. En allerlei innovaties moeten hun waarde nog bewijzen. We meten met allerlei sensoren hoe het gebouw wordt gebruikt. Dat genereert allerlei informatie. Die geven we terug aan de eindgebruikers, maar in de praktijk zal moeten blijken welk voordeel dat precies oplevert. Bovendien gaan technologische ontwikkelingen heel snel. Dat geeft ongetwijfeld nieuwe mogelijkheden die we dan direct zouden willen toepassen.”

Een vastgoedbedrijf wordt meer een technologiebedrijf?

“Ja. Niet in de zin dat we een bedrijf worden waar wizkids nieuwe applicaties bedenken. We blijven bezig met het ontwikkelen en transformeren van gebouwen. Maar het startpunt van een gebouw zal voortaan een belangrijke technologische component bevatten. Eerder ging dat met het begrip duurzaamheid ook zo. Dat was toen een nieuwe pijler. Door nu technologie in het startpunt mee te nemen, wordt dat de innovatie. Wij stellen ons echt tot doel slimme gebouwen te maken.”

Heb je daar niet ook andere professionals voor nodig?

“Dat is zeker het geval. We moeten ons netwerk verbreden. Wij moeten als ontwikkelaar zicht hebben op die partijen die ons behulpzaam kunnen zijn. We moeten de kennis kunnen vinden die we nodig hebben. Dat lukt al aardig. Bij The Edge werken we bijvoorbeeld niet alleen samen met Microsoft of huurder Deloitte, maar ook met een start-up uit Delft. Blinq systems verzorgt de ontwikkeling van een applicatie om alle beschikbare informatie op één punt samen te brengen. Vervolgens is het de vraag: wie zijn de spelers van de toekomst? Dat is een zoektocht. Dat zijn nog niet de gevestigde namen. Onze mensen moeten zich die markt eigen maken. Zij moeten verkennen wat er op universiteiten gebeurt. Zij moeten nieuwe denkrichtingen herkennen en uitmaken wie ons voor welk vraagstuk behulpzaam kan zijn. Dat vraagt andere vaardigheden. We zijn ook heel blij dat we de afgelopen jaren binnen OVG veel jonge, afgestudeerde mensen hebben aangenomen die meer affiniteit hebben met nieuwe technologie.”

Welbevinden

Tiedema signaleert nog een andere trend. “Wij zien dat steeds meer grote bedrijven zich bekommeren om het welbevinden van hun medewerkers in gebouwen. Amerika loopt voorop. Daar wordt bijvoorbeeld bewust aandacht besteed aan persoonlijk welbevinden. Als iemand een dipje heeft, dan kan hij even de zinnen verzetten. In Azië zijn bedrijven druk bezig met schone lucht in gebouwen. Daarover wordt actief met de medewerkers en potentiële medewerkers gecommuniceerd. Personeel heeft de neiging langer op kantoor te blijven, omdat het binnenklimaat beter is dan de lucht in de stad. Europa kan daar nog veel van leren. Grote internationale eindgebruikers zullen dat soort zaken zeker meenemen in de eisen die zij aan hun huisvesting stellen. De certificering daarvan staat nog in de kinderschoenen, maar dat is een kwestie van tijd. Die internationale standaard zal niet uitblijven.”

En niet op laatste plaats wijst Tiedema op de ontwikkeling van ‘smart cities’. “Steden willen een prettiger, meer duurzame leefomgeving bieden. Veel steden stellen zich bijvoorbeeld de vraag of de bestaande infrastructuur niet veel beter kan worden gebruikt. Dat lukt niet zonder intensieve communicatie. Wij hebben inzicht in het gedrag van onze gebruikers en kunnen belangrijke informatie leveren. Het is dus zaak onze technologische gebouwen aan te sluiten op het smart city-concept. We zien daarvoor steeds meer belangstelling ontstaan. Ook in Amsterdam.”

bron: www.vastgoedjournaal.nl

Gerelateerd

Europees Parlement

EU geeft definitieve goedkeuring aan herziening verordening bouwproducten (CPR)

Whitepaper met alle informatie die je nodig hebt om data over je energiegebruik te verzamelen. 'Sturen op werkelijk energiegebruik' gidst bedrijven door datadoolhof

Waarom sturen op werkelijk energiegebruik en hoe doe je dat?

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'