Dé uitdaging is om bij duurzame renovaties de materiaalgebonden CO₂-uitstoot te reduceren

De CO2-impact van een gebouw is meer dan alleen de impact door het energiegebruik. Ook de CO2-impact van materialen telt mee. Het Europese BuildingLife programma zet dit op de agenda en werkt met een maximaal CO2-budget voor gebouwen: Whole Life Carbon. Verschillende ambassadeurs maken zich hard voor deze aanpak, onder wie Esther Gerritsen, adviseur duurzaam ontwerpen bij Royal HaskoningDHV.

BUILDINGLIFE Spotlight #9

Allereerst, wat doet een adviseur duurzaam ontwerpen eigenlijk?

Ja, dat is een goeie! Ik vertaal duurzaamheidsambities bij nieuwbouw en grootschalige renovaties in haalbare oplossingen. Als adviseur help ik bij het ontwerpen van duurzame gebouwen om tot optimale keuzes te komen op het gebied van energie- en materiaalgebruik, in relatie tot kosten, comfort en functionaliteit voor de gebruiker. Vanuit mijn achtergrond als werktuigbouwkundige werk ik inhoudelijk mee aan de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Een kleine stap naar het ambassadeurschap van #BuildingLife, zo lijkt het.

Ik zag dit als kans om invulling te geven aan een al langer gekoesterde wens: integraal afwegingen maken in milieueffecten van verduurzamingsopties op energie- én materiaalgebruik. In de praktijk heb ik ondervonden dat nog veel data ontwikkeld moet worden om het milieueffect van materialen goed te kunnen meten. Pas daarna kan een goede integrale afweging worden gemaakt. En in projecten merk ik dat kennis en tooling op materiaalgebonden CO2-impact achterloopt op energiegebonden CO2-impact. Door #BuildingLife Ambassadeur te worden, wil ik actief bijdragen aan deze ontwikkeling zodat in de energietransitie ook het materiaalgebruik wordt meegewogen.

Hoe acteert je werkgever, Royal HaskoningDHV, op het thema Whole Life Carbon?

Royal HaskoningDHV wil echt een verschil maken in het verduurzamen van de gebouwde omgeving, en Whole Life Carbon is daar een belangrijk onderdeel van. Onze missie Enhancing Society Together helpt ons als consultants en engineers om zowel technische als sociale duurzaamheidsuitdagingen bij projecten met al onze klanten aan te pakken. We zien Whole Life Carbon als een integrale opgave binnen een veel complexere context van klimaatverandering en de benodigde adaptieve en mitigerende strategieën die hier onderdeel van zijn.

Welke elementen zijn belangrijk in de roadmap naar Whole Life Carbon?

Bij een roadmap vind ik het belangrijk om de CO2-uitstoot van materiaalgebonden en energiegebonden uitstoot daadwerkelijk als totaal te behandelen, zodat bij het afwegen van keuzes de twee uitwisselbaar zijn. Ik zou graag zien dat hiermee de totale energietransitie veel meer integraal wordt benaderd, in plaats van doelstellingen per sector, die strikt van elkaar gescheiden behaald moeten worden.

En welke nog meer?

Ook vind ik het belangrijk om goed te kijken naar waar de CO2-pieken zitten in de levensduur van een gebouw. Om de CO2 maximaal te reduceren moet naar alle pieken gekeken worden, en met name naar de pieken op korte termijn. De grootste piek van een gebouw is de nieuwbouwfase. Als wij op de korte termijn zo veel mogelijk tijd willen kopen om de transitie naar duurzame energie te maken, moeten we voorkomen dat er zonder goede afweging wordt gekozen voor nieuwbouw. Bij vraag naar huisvesting zou renovatie en herbestemming van bestaande gebouwen eigenlijk altijd moeten prevaleren boven nieuwbouw.

Hoe zorg je voor een incentive om daadwerkelijk renovatie te laten prevaleren boven nieuwbouw?

Door de CO2-piek van nieuwbouw op de balans van een gebouw te zetten, en afhankelijk van de functie in 50 of 75 jaar af te bouwen. Deze balans moet worden doorgegeven aan iedere volgende eigenaar. Bij sloop en nieuwbouw zou in dat geval niet alleen aan de CO2-doelstelling voor nieuwbouw voldaan worden, maar ook gecompenseerd moeten worden voor het resterende carbon budget van het gesloopte gebouw.

Oké, liever geen nieuwbouw meer dus. En welke maatregelen zijn nog meer nodig?

Als het dan toch nieuw moet, dan moet in de ontwerpfase de impact van materialen al worden meegenomen. En geoptimaliseerd worden door middel van parametrische ontwerptools. Daarnaast stellen we voor biobased materialen te gebruiken, zoals hout, natuurlijke isolatiematerialen en biologische vulmiddelen zoals gras. Bij biobased materialen is het wel belangrijk om de opslagcomponent te gaan waarderen (biogenic storage). Dit is de CO2 die tijdens de groei van de plant of boom wordt opgeslagen uit de atmosfeer in het materiaal. Bij het gebruik van niet-biobased materialen adviseren wij onze klanten om een prestatie-eis voor de carbon-footprint van het materiaal op te nemen in het ontwerp. Hierbij kan gedacht worden aan gerecycled beton en staal.

Bij renovaties rekenen we in CO2-terugverdientijd: hoe lang duurt het voordat het materiaalgebonden CO2-effect van het isolatiemateriaal, de warmtepompen of de zonnepanelen terugverdiend kan worden uit de CO2-besparing van energie? Hier ligt wat mij betreft de komende tien jaar de grootste uitdaging en focus: hoe gaan we het na-isoleren van de bestaande bouw en toepassing van zonnepanelen realiseren en ook de materiaalgebonden CO2-uitstoot reduceren?

Wat is er nodig om versnelling op dit thema te realiseren?

Vanuit de overheid is een integrale visie op alle schakels in de bouwketen nodig. En ook integrale doelstellingen. Deze visie en doelstellingen moeten worden vertaald naar wetgeving. We hebben bij de energietransitie gezien dat EPC- en BENG-eisen stellen aan nieuwbouw in de afgelopen twintig jaar enorm heeft geholpen om te versnellen. Hiervoor moeten we materiaalgebonden en energiegebonden impact wel gaan beschouwen als twee communicerende vaten, niet als separate doelstellingen. Dat is nu nog een beperking van de BENG-methode en de MPG-methode. Feit is dat beide doelstellingen elkaar nu nog bijten als je op beide maximaal wilt scoren.

Hoe zorgen we ervoor dat de bouwsector in Nederland hieraan mee gaat doen?

Door ook deel te nemen aan dit initiatief van DGBC, zodat de bouwketen in het geheel en gelijktijdig de ontwikkelstap kan maken. Zodat vraag en aanbod gelijktijdig ontwikkelen en voor de maakindustrie de kosten niet te ver voor de baten uit gaan lopen. DGBC heeft de kans voor de hele bouwketen een perspectief op toekomstige ontwikkelingen van de marktrijpe techniek en van (wettelijke) eisen te bieden. En hiermee bij te dragen aan het doorbreken van de afwachtende houding die we nu zien: klanten die wachten op voldoende aanbod en producenten die wachten op voldoende vraag om het aanbod verder te verduurzamen. Door met elkaar de timing te bepalen om grote stappen te maken, zullen de risico’s voor alle marktpartijen zo veel mogelijk gemitigeerd kunnen worden.

Meewerken aan Whole Life Carbon

Wil je bijdragen aan de nationale Whole Life Carbon Roadmap? Meld je dan aan om mee te werken aan de Whole Life Carbon aanpak, wellicht zelfs als Ambassadeur, of lees hier meer over het #BuildingLife project.

DGBC-partners

Royal HaskoningDHV

Gerelateerd

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'

Intentieverklaring markeert een samenwerking tussen 14 vooraanstaande ketenpartners uit de ontwerp-, techniek- en bouwsector, gericht op de praktijktoets Milieuprestatie Gebouwen (MPG).

Unieke samenwerking tussen ketenpartners voor Praktijktoets MPG

Adviesbureau De Groene Jongens adviseert bedrijven en gebouweigenaren bij hun verduurzamingsprocessen.

Duurzaamheid als hoogste doel: adviesbureau De Groene Jongens wil altijd meer impact maken