Analyse verkiezingsprogramma's: energiegebruik, circulair bouwen en klimaatadaptatie

Wat zeggen politieke partijen over energiegebruik en CO2-reductie, circulair bouwen en klimaatadapatatie? Programmamanagers Martin Mooij, Ruben Zonnevijlle en Jan Kadijk reageren op de verkiezingsprogramma's.

Energiegebruik en CO2-reductie

“Energie die niet nodig is, hoeft ook niet opgewekt te worden”

Duurzaam omgaan met energie begint bij minder verbruiken. Want energie die niet nodig is, hoeft ook niet opgewekt te worden. Dit heeft als gevolg dat het niet nodig is om extra ruimte op zee of land te gebruiken. En er hoeft minder energie over het netwerk verplaatst te worden (er is minder transportcapaciteit nodig). Erg belangrijk in tijden waarin de hoeveelheid opgewekte energie groter is dan wat het netwerk aankan. En als laatste, maar niet onbelangrijk, minder energieverbruik betekent een lagere rekening.

Werkelijk energiegebruik

Martin Mooij, programmamanager Paris Proof: “Sturen op het werkelijke energiegebruik, het speerpunt van DGBC in het Paris Proof-programma, zien we alleen bij de ChristenUnie. In alle partijprogramma’s zien we gelukkig wel aandacht voor het isoleren van woningen, als nationaal programma, als offensief, via verplichtingen, huurkortingen bij slecht geïsoleerde woningen en met en fondsen om dit ook voor de lagere inkomens betaalbaar te maken.”

Energielabels woningen

Ook energielabels worden ingezet om de woningverbetering te stimuleren en te verplichten. Voor een beter label is isolatie de eerste logische stap. Hugo de Jonge heeft eerder aangekondigd na 2030 huurwoningen met een label slechter dan D te willen uitfaseren. Meerdere partijen willen meer dwang in de huursector voor het beteren van de energielabels. Over het volledig van het gas afhalen lezen we weinig. Partijen verwijzen naar de bestaande wijkgerichte aanpak via de gemeenten. Terwijl deze warmtetransitie juist een impuls nodig heeft.

Circulair bouwen

Circulariteit is een steeds belangrijker thema onder de grotere vlag van duurzaam bouwen”

De grootschalige vermindering van CO2-uitstoot is voor de bestaande bouw al een belangrijke pijler. Maar we zien nu dat een circulaire bouweconomie, waarbij materialen worden hergebruikt of afgevoerd zonder het milieu te schaden, ook bij meerdere partijen op de agenda staat. Naast dat er alleen benoemd wordt dat Nederland circulair moet zijn, worden nu specifieke oplossingen van circulair bouwen door partijen aangedragen.

Biobased bouwen

Het belangrijkste wat hieruit springt is het stimuleren van biobased bouwen en het gebruik van biobased materialen. Dit staat bij meerdere partijen op de agenda. We zien ook oplossingen om circulair om te gaan met onze bestaande gebouwen en nieuwe bouwmaterialen. Bijvoorbeeld door efficiënt (her)gebruik te maken van materialen en bestaande gebouwen. Denk hierbij aan transformatie, splitsen en het benutten van leegstand.

Meer aandacht nodig voor meetbare doelen

Er mag wat mij betreft meer aandacht besteed worden in de meetbare doelen. Die richten zich vooral op het grote CO2-vraagstuk maar nog niet specifiek op een circulaire economie, of de doelen op dit vlak in 2030.

Klimaatadaptatie

Klimaatadaptatie is niet de meest in het oog lopende kwestie in deze verkiezingen. Toch leert een rondgang door partijprogramma’s dat de thematiek hier en daar wel degelijk op de agenda staat. Vergroening van steden is populair, en ook de dreigende drinkwaterproblemen hebben de aandacht. Een enkeling benoemt de funderingsproblematiek. Richtinggevende ruimtelijke keuzes liggen gevoelig. Niemand waagt zich aan concrete uitspraken over waar we absoluut niet meer kunnen bouwen. Er zijn kennelijk te veel kiezers die de woningnood nu net even belangrijker vinden, waardoor de lobby voor ‘straatje erbij’ (PVV, CU, CDA, NSC) het glansrijk wint van ‘poldertje eraf’ (niemand). 

Vergroening van steden

Het thema klimaatadaptatie wordt in veel partijprogramma’s genoemd, veelal in de context van vergroening van steden, wat natuurlijk bijdraagt aan retentie van water en verkoeling van de stad (Denk, Volt, PvdA/GroenLinks, BBB). Hoeveel prioriteit dat groen krijgt is per partij verschillend. VVD benadrukt daarbij traditiegetrouw de economie: “economische activiteiten moeten in balans zijn met de natuur”, BBB omarmt de 3-30-300 regel van Cecil Konijnendijk als norm voor de vergroening van steden. (“3: Iedereen moet vanuit zijn woning minimaal 3 bomen kunnen zien. 30: een minimale boom kroonbedekking welke zorgt voor schaduw in buurten van 30%. 300: iedereen zou op 300 meter wandelafstand van zijn woning een groene verblijfsplek of park moeten hebben”). Andere partijen zijn algemener over de groene ambities, en noemen bijvoorbeeld ‘meer bomen’ (PvdD, ChristenUnie, FvD, GroenLinks/PvdA, Bij1, CDA, VVD, Volt). 

Ruimtelijke inrichting en overstromingsrisico's

‘Water en bodem sturend’ wordt door drie partijen expliciet omarmd als een leidend principe voor de toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland. (ChristenUnie, D66 en PvdA/GroenLinks). Meer dan onderstrepen wat er door (demissionair) minister Harbers in reeds gepubliceerde beleidsdocumenten al is aangekondigd doen ze echter niet. Dat is jammer, want de crux zit in de uitwerking: wat betekent water en bodem sturend in het hier en nu precies? Of is het vooral iets voor later? De partijen werken het niet concreet uit in hun programma’s. Het blijft bij gemeenplaatsen over groenere steden en investeren in dijken, wat niet erg verrassend genoemd kan worden. Een enkele partij rept wel specifiek over het belang van plannen voor de ruimtelijke inrichting na 2050 (CDA), maar inhoudelijk wordt er wederom niets gezegd over hoe dat dan vorm zou moeten krijgen. PvdD is wel expliciet over niet bouwen in ‘laaggelegen polders’. Welke polders dat dan precies zijn blijft in het midden. Bij andere partijen wordt woningbouw vooral aangemoedigd, vaak zonder enige reserve over de locatiekeuze. 

Funderingsproblematiek

CDA, ChristenUnie en NSC kondigen aan werk te willen maken van de funderingsproblematiek, die bij circa een miljoen huishoudens dreigt. NSC pleit voor “een nationale aanpak van het probleem, gebaseerd op een heldere verdeling van private en publieke verantwoordelijkheden”. Dat kan nog alle kanten op gaan, maar het lijkt erop dat rotte funderingspalen straks voor deze partijen niet meer alleen het probleem zijn van een individuele huiseigenaar (of van de achterliggende hypotheekverstrekker), maar dat ook de overheid er een rol in pakt. 

Drinkwatertekort 

Tot slot wordt de beschikbaarheid van drinkwater door enkele partijen genoemd als een probleem. D66 zet in op aanpassing van de bouwregelgeving om hemelwatergebruik bij nieuwbouw mogelijk te maken, en ook in bestaande woningen grijswatergebruik stimuleren. Ook BBB en ChristenUnie willen hergebruik van hemelwater stimuleren door ‘waterbewust bouwen’. ChristenUnie wil de drinkwaterwinning verplaatsen naar gebieden met een wateroverschot. Ook VVD en NSC denken dat er meer uit de ondergrond is te halen en zetten in op nieuwe drinkwatervoorzieningen/waterwingebieden. Opvallend is dat D66 niet inzet op nieuwe waterwingebieden, maar - net als Volt - rept over ontzilting van zeewater. 

Kieswijzer voor duurzaam gebouwde omgeving

Wil je meer weten over de standpunten van partijen op het gebied van duurzaam bouwen?

Raadpleeg onze kieswijzer voor een duurzaam gebouwde omgeving

Gerelateerd

Europees Parlement

EU geeft definitieve goedkeuring aan herziening verordening bouwproducten (CPR)

Whitepaper met alle informatie die je nodig hebt om data over je energiegebruik te verzamelen. 'Sturen op werkelijk energiegebruik' gidst bedrijven door datadoolhof

Waarom sturen op werkelijk energiegebruik en hoe doe je dat?

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'