

In dit artikel
De acceptatie van slimme gebouwsturing door gebruikers, zoals kantoormedewerkers, kan beter en sneller. Dit vraagt om meer aandacht voor menselijk gedrag en samenwerking tussen technologie en gebruiker. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat gebruikers een zekere mate van controle behouden. Daarnaast is wederzijds begrip tussen het systeem en de gebruiker essentieel. Wanneer een gebruiker een automatische actie niet begrijpt, is de kans groot dat hij of zij ingrijpt en gaan energiebesparingen verloren. Omgekeerd moet het systeem ook kunnen begrijpen waarom een gebruiker ingrijpt, zodat het besturingssysteem hierop kan worden aangepast.
Bij een echt slim gebouw staan gebruikers centraal. Daarom is binnen onderzoeksproject Brains4Buildings (B4B) onderzoek gedaan naar de rol van de gebruiker in slimme gebouwaansturing. Er is specifiek gekeken naar:
Zulke inzichten kunnen bijdragen aan een energiezuinig en gezond binnenklimaat. De nadruk ligt op richtlijnen, methodes en data die nodig zijn om systemen en interfaces te ontwikkelen die de gebruiker inzicht geven in en begrip laten krijgen voor de werking van gebouwregelingen, evenals methoden om gebruikersgerelateerde data op te nemen in slimme gebouwsystemen. Daarnaast is onderzocht hoe je een gebruiker (dat kan een kantoormedewerker zijn, maar ook een facility manager zijn) effectief kan ondersteunen bij het bedienen van decentrale installaties (op kamerniveau).
In deze kennisbundel zetten we alle onderzoeken op dit thema uiteen. De inzichten uit deze onderzoeken moeten de kans op een succesvolle implementatie van slimme systemen in gebouwen vergroten en dragen bij aan een hogere gebruikerstevredenheid.
Brains4Buildings (B4B) is een vierjarig programma waarin DGBC samenwerkt met 39 organisaties om gebouwen ‘slimmer’ en energiezuiniger te maken. Het onderzoeksprogramma heeft als doel het ontwikkelen en uitbrengen van betaalbare slimme software, sensoren en meters om zo de energie-efficiëntie van gebouwen te optimaliseren. Tegelijkertijd wordt het comfort van de gebruiker bevorderd, worden de operationele en onderhoudskosten verlaagd en wordt ingespeeld op de lokale vraag en aanbod van duurzame energie. De ambitie van B4B is om schaalbare en modulaire oplossingen te ontwikkelen die 20-30 procent energiebesparing realiseren.
In het B4B-project speelt DGBC een verbindende rol, door kennis en innovatie in de gebouwde omgeving te delen met de markt. In een serie ‘kennisbundelingen’ delen we de resultaten en nieuwe mogelijkheden die uit het onderzoeksprogramma naar voren komen. Elke bundel richt zich op een specifiek thema, zoals energieflexibiliteit of foutdetectie en -diagnose. Deze kennisbundeling gaat in op de rapporten uit B4B op het gebied van gebruikersgerichte interfaces en feedback.
Om het binnenklimaat in kantoren te verbeteren, is in Nederland het Binnenklimaatlabel ontwikkeld. Dit label combineert sensormetingen (temperatuur, vochtigheid, CO2, fijnstof), een jaarlijkse gebruikersenquête en een driejaarlijkse inspectie. Omdat de jaarlijkse enquête slechts een momentopname biedt, is in 2022 een pilotstudie uitgevoerd in een kantoorgebouw. Het doel hiervan was om een laagdrempelig systeem te ontwikkelen waarmee continue feedback kan worden verzameld over het ervaren comfortniveau van gebruikers, zonder dat dit als hinderlijk wordt ervaren.
Tijdens de pilot zijn 2 methoden getest: stemkastjes en QR-codes. De stemkastjes vroegen gebruikers op een eenvoudige manier naar hun tevredenheid over aspecten zoals temperatuur, luchtkwaliteit, licht en geluid. QR-codes op tafels boden een online alternatief.
De stemkastjes leverden aanzienlijk meer reacties op dan de QR-codes, wat wijst op de effectiviteit van een fysieke interface. De verzamelde stemmen vertoonden echter geen duidelijke relatie tussen gebruikersfeedback en gemeten temperatuur- en CO2-waarden. Dit suggereert dat meerdere factoren comfortperceptie beïnvloeden, zoals zonnestraling, tocht en persoonlijke omstandigheden, zoals vermoeidheid of stress. Deze studie bevestigt dat real-time gebruikersfeedback een waardevolle aanvulling kan zijn op bestaande meetmethoden.
Het binnenklimaat in kantoren wordt vaak traditioneel gemeten via subjectieve feedback of sensordata. Dit rapport introduceert een geïntegreerde methode die gebouwprestaties, comfortscores en sensordata integreert tot één beoordeling. Een dataplatform, dashboard en mobiele app faciliteren de dataverzameling en maken vergelijkingen tussen gebouwen mogelijk. Daarnaast is er een automatisch rapportage-algoritme ontwikkeld en een API om data uit het gebouwbeheersysteem (GBS) te integreren.
Door gebouwprestaties, comfortscores en sensordata te combineren, krijgen bedrijven en gebouwbeheerders betere inzichten. Dit leidt tot effectievere beslissingen over het binnenklimaat en een verbeterd energiebeheer en comfort. Om privacy en betrouwbaarheid te waarborgen, zijn diverse beveiligingsmaatregelen geïmplementeerd, die ook in het rapport worden toegelicht.
Om klimaatdoelstellingen te halen, worden gebouwen steeds slimmer. Sensoren en algoritmes regelen energiegebruik en binnenklimaat, maar gebruikers willen zelf hun werkplek kunnen aanpassen aan hun persoonlijke behoeften. Dit leidt vaak tot conflicten: gebruikers begrijpen het systeem niet, weten niet hoe ze moeten ingrijpen en nemen soms contraproductieve acties.
In B4B is onderzocht hoe de samenwerking tussen slimme gebouwsystemen en gebruikers kan worden verbeterd. Er is een methode ontwikkeld om de wensen en behoeften van kantoorgebruikers vast te leggen en te vertalen naar gebruikersgerichte interfaces. Deze interfaces bieden duidelijke feedback over wat het systeem doet en ondersteunen gebruikers bij het aanpassen van de instellingen op een manier die zowel comfort als energie-efficiëntie bevordert. Dit zorgt ervoor dat gebruiker en gebouw elkaar beter begrijpen en succesvollere implementatie van slimme gebouwen.
Slimme interfaces kunnen bijdragen aan een betere interactie tussen gebouwgebruikers, facilitair managers en het gebouw zelf. Dit rapport beschrijft de vereisten voor een gebruikersinterface die controle en feedback mogelijk maakt voor zowel gebouwgebruikers (zoals kantoormedewerkers) als facilitair managers. Op basis van een iteratief gebruikersonderzoek, waaronder interviews en workshops, is in kaart gebracht hoe deze doelgroepen omgaan met het binnenklimaat en welke informatie en functionaliteiten zij nodig hebben in een interface. Er is een model ontwikkeld waarin gebruikers en gebouwsystemen in wisselwerking staan met elkaar, elk met een bepaalde mate van controle en feedback. Op basis daarvan zijn gebruikersbehoeften, persona’s en ontwerpvragen opgesteld, die dienen als basis voor verdere ontwerp- en testcycli binnen de B4B-labs. De vereisten (zie hieronder) zijn onderverdeeld per doelgroep en vormen een levend document dat zich ontwikkelt naarmate nieuwe inzichten ontstaan.
Overzicht vereisten gebruiker |
1. De interface ondersteunt de klimaatgerelateerde routines van de gebruiker. |
2. De feedback is relevant voor de context van de gebruiker en het beschikbare klimaatsysteem. Denk aan: status van het klimaat, opties om comfortdoelen te bereiken, en advies over energie-efficiëntie en welzijn. |
3. De interface is toegankelijk, eenvoudig te leren en te gebruiken. |
4. De interface maakt het mogelijk om ongemak te uiten wanneer klimaatgerelateerde problemen ontstaan buiten de invloed van de gebruiker. |
5. De interface kan bemiddelen tussen verschillende comfortbehoeften van gebruikers. |
Overzicht vereisten data |
1. De interface verzamelt relevante data via interactie met de gebruiker, die gebruikt wordt om facilitair managers te informeren over de actuele staat van het systeem en het comfort van gebruikers. |
2. De interface houdt rekening met privacy en beperkt dataverzameling volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). |
Overzicht vereisten facility manager |
1. De interface maakt urgente zaken zichtbaar die aandacht of actie vereisen om het systeem goed te laten functioneren. |
2. De interface maakt het mogelijk om verschillende gegevenssets en systemen met elkaar te verbinden en te overzien, zodat de facilitair manager inzicht krijgt in het totaalplaatje. |
3. De interface signaleert wanneer gebruikers zich ongemakkelijk voelen of klimaatgerelateerde klachten hebben. |
4. De interface biedt gedetailleerde rapporten over hulpbronnengebruik, ter ondersteuning van strategische planning en gebouwbeheer. |
Gebruikersgerichte interfaces kunnen bijdragen aan het effectief en flexibel aansturen van klimaatsystemen in gebouwen. In B4B zijn ontwerprichtlijnen ontwikkeld die stakeholders ondersteunen bij het ontwerpen van gebruikersinterfaces voor klimaatsystemen. Hierbij is voortgebouwd op eerder gebruikersonderzoek en vastgestelde vereisten (deliverables 3.04 & 3.09) om ontwerpdimensies te formuleren. Deze dimensies omvatten de verschillende elementen van gebruikerscontrole en systeemfeedback, evenals de bandbreedte waarbinnen deze kunnen bestaan. De ontwerpdimensies zijn de basis voor het ontwerpproces en bij de evaluatie en analyse.
Uit dit onderzoek zijn verschillende inzichten voortgekomen die hebben geleid tot een eerste set richtlijnen. Deze richtlijnen vormen een belangrijke stap richting beter afgestemde interfaces voor slimme gebouwen.
Inzicht uit gebruikersonderzoek | Bijbehorende richtlijnen |
Gebruikers begrijpen hun rol, maar missen transparantie over systeemlogica. | 1. Visualiseer alle relevante actoren en hun invloed bij gedeelde controle in de interface. |
Ervaren controle is soms belangrijker dan werkelijke controle. | 2. Erken gebruikersinput altijd, ook zonder direct effect. 3. Geef duidelijk aan wat gebruikers kunnen beïnvloeden. |
Interfaces beïnvloeden sociale dynamiek op de werkvloer. | 4. Toon de aanwezigheid van actoren, maar verberg individuele details. 5. Overweeg sociale context bij inzet van sociale verantwoordelijkheid als gedragssturing. |
Twijfels over nauwkeurigheid van comfortvoorspellingen. | 6. Gebruik sensor- en voorspellingsdata om voorspelbaarheid te vergroten en tevredenheid te verbeteren. |
Interface-interacties leveren waardevolle data op. | 7. Ontwerp interfaces met oog op bruikbare dataverzameling voor alle relevante partijen. |
In B4B zijn de mogelijkheden en beperkingen van het integreren van gebruikersdata in systemen voor foutdetectie en -diagnose (FDD) onderzocht. Door middel van crowdsourcing, zelfrapportage en sensordata is het comfort van gebruikers geanalyseerd. Hierbij zijn zowel subjectieve voorkeuren en behoeften als objectieve, gemeten data meegenomen. Het onderzoek vond plaats in de HHS-living lab (campus Den Haag) en had als doel het opzetten van dataverzamelingsmethoden via zelfrapportage en het verkennen van het gebruik van deze data in gepersonaliseerde thermische comfortmodellen. Deze aanpak biedt inzichten voor de ontwikkeling van intuïtieve interfaces en technologieën, waardoor gebouwbeheer efficiënter kan worden ingericht en beter aansluit op zowel technische als gebruikersbehoeften.
Deze studie richt tot zich op de integratie van gebruikersdata en feedback in gebouwbeheer en -optimalisatie. Doel is om beter inzicht te krijgen in de manier waarop gebruikersdata en feedback momenteel in de markt worden toegepast in producten en diensten op het gebied van FDD en energieflexibiliteit. Deze inzichten helpen bij het afstemmen van onderzoek en technologieontwikkeling op de behoeften van de markt.
Uit de studie blijkt dat verbeterde gebruikersinterfaces essentieel zijn voor zowel gebouwgebruikers als facility managers. Duidelijke, intuïtieve interfaces maken het eenvoudiger om het binnenklimaat te monitoren en de prestaties van een gebouw te optimaliseren. Het ontwikkelen van goed afgestemde, gebruiksvriendelijke interfaces blijft echter een uitdaging.
Om flexibel energiebeheer te ondersteunen, is in B4B onderzocht hoe feedback over de binnenmilieukwaliteit effectief kan worden gedeeld met zowel gebruikers als facility managers. Slimme gebouwen maken steeds vaker gebruik van geautomatiseerde systemen. Echter, het beperken van de controle van gebruikers over hun omgeving kan leiden tot ontevredenheid en lagere productiviteit.
Om dit te voorkomen, zijn feedbackmechanismen onderzocht die gebruikers beter laten begrijpen welke beslissingen een besturingssysteem neemt. Een tweezijdige informatiestroom tussen gebruikers en facility managers helpt om ongemak te verminderen en biedt betere mogelijkheden voor beheer en optimalisatie.
In dit onderzoek zijn interpreteerbare machine learning (ML)-modellen ontwikkeld om inzichtelijk te maken welke factoren thermisch comfort beïnvloeden. Dit model, gebaseerd op gepersonaliseerde ML-gebaseerde comfortvoorspellingen, combineert gebruikerskenmerken, gedrag en omgevingsfactoren. Het ondersteunt energieflexibiliteit door acceptabele temperatuuraanpassingen te identificeren die comfort behouden en tegelijkertijd de energie-efficiëntie verbeteren.
Dit rapport onderzoekt modellen voor gebruikersgedrag in kantoorgebouwen, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en bestaande toepassingen. De focus ligt op twee belangrijke toepassingsgebieden:
Binnen deze context zijn vier typen gebruikersgedrag geanalyseerd:
Naast een literatuuroverzicht en een selectie van de meest geschikte gedragsmodellen voor deze toepassingen, is een onderbouwde keuze gemaakt voor de modellen die worden geïmplementeerd en geëvalueerd in het hybride model van het TNO-kantoorgebouw aan de Stieltjesweg in Delft.
Onderzoeksproject Brains4Buildings organiseert regelmatig webinars met betrekking tot slimme gebouwen. Deze Engelstalige webinars richten zich op inhoudelijke wetenschappelijke en technologische onderwerpen.
In ons Kenniscentrum zijn de volgende webinars beschikbaar over Gebruikersinterfaces en -feedback voor slimme gebouwsturing:
Sinds zomer 2024 huist mediaconcern DPG Media in een nieuw pand: Mediavaert Amsterdam. Het gebouw dat werd ontwikkeld door Being, is een van de grootste hybride houten kantoorgebouwen van Europa. Het werd begin 2024 opgeleverd en biedt naast veel kantoorruimte ook een tweelaagse parkeergarage, diverse ruimtes voor bijeenkomsten, maar ook radiostudio’s, restaurants en sportfaciliteiten. Mediavaert […]
Bekijk dit project