Gepubliceerd: 5 november 2025
Leestijd: 3 minuten

Effect van klimaatverandering op woningcorporaties

Klimaatverandering heeft directe gevolgen voor de gebouwde omgeving en ook woningcorporaties hebben hiermee te maken. Dit rapport analyseert de blootstelling van 830.000 corporatiewoningen aan fysieke klimaatrisico’s in 2050, verdeeld over vier klimaatthema’s: hitte, droogte, wateroverlast en overstroming. De onderzochte woningen zijn het gecombineerde bezit van 53 woningcorporaties: samen vormt hun bezit meer dan een derde van alle woningcorporatiewoningen in Nederland en ongeveer 10% van alle woningen in ons land.1 De analyse is uitgevoerd met behulp van het Framework for Climate Adaptive Buildings (FCAB) ontwikkeld door Dutch Green Building Council (DGBC), waarbij alleen de omgevingsscore is toegepast. De omgevingsscore geeft slechts inzicht in de klimaateffecten die op de woningen afkomen. Uit nader onderzoek moet blijken hoe weerbaar of kwetsbaar de woningen zijn voor nieuwe klimaatomstandigheden.

Downloaden

Uit het rapport blijkt dat corporatiewoningen gemiddeld meer worden blootgesteld aan klimaateffecten dan de totale Nederlandse voorraad woningen. Zo heeft 75% van de onderzochte corporatiewoningen een middelhoge of hoge blootstelling aan hittestress door warme nachten, tegenover 55% landelijk. Ook bij grondwateroverlast (37% vs. 27%) en waterdiepte bij hevige buien (33% vs. 25%) is de blootstelling bij de onderzochte corporatiewoningen hoger dan bij de landelijke woningvoorraad. Voor funderingsproblemen zoals paalrot (5%) en verschilzetting (5%) is de blootstelling laag, maar de mogelijke schade per woning is aanzienlijk. De blootstelling van de onderzochte corporatiewoningen aan natuurbrandgevaar is relatief laag (7%), een stuk lager dan de landelijke woningvoorraad (20%). Dit hangt samen met de ligging van de onderzochte corporatiewoningen, namelijk vooral in bebouwd gebied.

Ook zie je dat klimaatrisico’s zich vaak stapelen: sommige buurten kennen een hoge blootstelling aan meerdere klimaateffecten tegelijk, wat adaptatiemaatregelen urgenter maakt. Gunstig is wel dat corporaties vaak actief zijn in dezelfde buurten, wat kansen biedt voor samenwerking tussen woningcorporaties. In 272 buurten zijn meerdere corporaties actief, waar minstens twee klimaateffecten met een middelhoge of hogere score voorkomen.

Huurders kunnen meestal niet veel doen om hun woning aan te passen aan het veranderende klimaat. Het overgrote gedeelte van de corporatiewoningen is sociale huur, waarbij huurders minder financiële ruimte hebben om te investeren in maatregelen. Bovendien beperkt het ZAV-beleid (Zelf Aangebrachte Voorzieningen) het type maatregel dat een huurder zou kunnen nemen. Het is daarom ook een belangrijke maatschappelijke opgave om corporatiewoningen weerbaarder te maken voor huidige en toekomstige klimaateffecten.

Naast de conclusies en aanbevelingen voor de specifieke klimaateffecten, worden de volgende overkoepelende aanbevelingen gedaan:

  1. Verdiep het onderzoek: breid dit blootstellingsonderzoek uit met een analyse van de kwetsbaarheid van de woningen voor klimaatgevaren. Fysieke klimaatrisico’s zijn immers een combinatie van blootstelling en kwetsbaarheid.
  2. Breid het onderzoek uit naar de gehele woningcorporatievoorraad in Nederland. Klimaatadaptatiestrategieën vergen tijd en geld: hoe eerder corporaties beginnen, hoe beter.
  3. Wees transparant over klimaateffecten en mogelijke risico’s richting huurders. Leg de verantwoordelijkheden van verhuurders, huurders en (lokale) overheden juridisch vast en informeer huurders daarover.
  4. Zet in op efficiënte adaptatiemaatregelen en vergroening.
  5. Werk samen binnen en buiten de corporatiesector. Door maatregelen te combineren, plannen op elkaar af te stemmen en kennis of kosten te delen, kunnen corporaties beter inspelen op de uitdagingen van klimaatverandering.