

Tijdens het Dutch Green Building Congres op 30 september 2025 stond de toekomst van onze gebouwde omgeving centraal. Tijdens een van de workshops werd verkend hoe het principe beter benutten kan bijdragen aan het Nationaal Bouw- en Renovatieplan. Een korte terugblik.
Tijdens de workshop ging het gesprek over de vraag hoe we bestaande gebouwen slimmer kunnen inzetten om sneller, betaalbaarder en duurzamer te bouwen. Sprekers waren Martijn van der Linden van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), Julien Tami van de Europese Commissie, Laetitia Nossek van DGBC en Lisa Graaf van het Buildings Performance Institute Europe (BPIE). Zij bespraken hoe het principe beter benutten bijdraagt aan een emissieloze gebouwde omgeving in 2050, met nadruk op zowel energiereductie als materiaalgebonden emissies.
Het Nationaal Bouw- en Renovatieplan is cruciaal om in 2050 een emissieloze woningvoorraad te realiseren. Om te voldoen aan de Europese eisen uit de herziene Energy Performance Building Directive (EPBD IV) moeten alle lidstaten een Nationaal Bouw- en Renovatieplan opstellen. Dit plan moet de route schetsen naar een energiezuinige en uitstootvrije gebouwvoorraad in 2050.
Daarnaast wordt vanuit de EPBD vanaf 2030 steeds sterker gestuurd op het terugdringen van materiaalgebonden emissies in de bouw. Het beter benutten van de bestaande voorraad – bijvoorbeeld via renovatie en herbestemming – kan hierin een belangrijke bijdrage leveren.
Een ander onderdeel van de EPBD IV is de Whole Life cycle-GWP, waarbij vanaf 2030 gestuurd wordt op materiaalgebonden emissies voor de nieuwbouwopgave. Binnen Nederland heeft VRO daarnaast beleid op Beter Benutten: naar een meer gebiedsgerichte en integrale aanpak.
Sufficiëntie, oftewel toereikendheid, draait om optimaal benutten van bestaande gebouwen door renovatie, herbestemming, optoppen, splitsen en aanpak van leegstand. Met het goed benutten en opwaarderen van de bestaande voorraad kunnen we meer betaalbare woningen realiseren met lagere kosten voor infrastructuur en efficiënter landgebruik.
Bovendien levert dit forse milieuwinst op: minder materiaalgebruik, minder afval en een lagere CO₂-uitstoot, want de bouwsector is immers verantwoordelijk voor circa 40% van het materiaalgebruik, afvalproductie en broeikasgasemissies in de EU. Door beter gebruik van bestaande gebouwen kunnen de materiaalgebonden emissies van nieuwbouw sterk omlaag. Zo kan je door beter benutten 60–76% materiaalgebruik besparen.
Een link wordt hierbij gelegd met de Nationaal Bouw- en Renovatieplannen. Deze vormen het beleidskader richting 2050. Ze bevatten een analyse van de bestaande voorraad, roadmaps, maatregelen, investeringsbehoeften en specifieke doelen voor energie en emissies. Met deze plannen ligt er een kans om sufficiëntie te stimuleren.
Zo worden in verschillende lidstaten al initiatieven genomen om de huidige voorraad beter te benutten. Zo stimuleert Frankrijk herbestemming (bijvoorbeeld van kantoren naar woningen) en versoepelt regelgeving rond splitsen en transformatie. Andere landen kunnen van deze voorbeelden leren. Hiervoor liggen nog wel wat aanbevelingen zoals het beter monitoren van leegstand, nationale regelgeving versoepelen, maar ook bewustwording vergroten.
Ook Nederland is bezig met het thema beter benutten. Het is een centraal onderdeel van het Nederlandse woningbouwbeleid en richt zich op het optimaal gebruiken van bestaande gebouwen om de woningproductie te versnellen en duurzamer te maken. De aanpak verschuift van losse projecten naar een gebiedsgerichte en integrale strategie, waarbij gemeenten worden ondersteund met kennis, financiering en experimenteerregelingen. Ook optoppen krijgt hierbij een podium met Optop2000 en een bijbehorend kennisplatform.
Het uiteindelijke doel is om sneller, efficiënter en met minder materiaalgebruik meer betaalbare woningen te realiseren, met oog voor leefbaarheid en duurzaamheid. Met samenwerking, kennisdeling, standaardisatie, innovatie en gericht beleid kan Nederland werken aan een toekomstbestendige, emissieloze woningvoorraad in 2050.
Na de presentaties gingen de deelnemers uiteen in discussietafels, waarbij het doel was beleidsvelden te versterken, kruisbestuiving te stimuleren en oplossingsrichtingen te vinden. Hierbij kwam duidelijk naar voren dat er behoefte is aan een visie op de openbare ruimte en wellicht op kleinere schaal een gebiedsregisseur.
Er zijn een paar oplossingen besproken zoals optoppen, splitsen en slim renoveren. De discussie is echter nog niet voorbij: we zijn voornemens een vervolg te plannen om verder te werken aan het identificeren van belemmerende wet- en regelgeving en het concretiseren van oplossingen.
Het beter benutten van de bestaande gebouwvoorraad is essentieel om klimaatdoelen te halen, betaalbaarheid te verbeteren, materiaalgebruik te beperken en het woningtekort aan te pakken. Juist omdat beter benutten uiteenlopende voordelen heeft, is het waardevol wanneer verschillende beleidsterreinen dit erkennen en actief stimuleren, zodat de onderlinge versterking van beleid en kansen beter wordt benut.
Binnen DGBC zijn we hier mee bezig met het project “Eerlijk Wonen”, waar we samenwerken met Platform Woonopgave en Platform31 aan het analyseren van wet- en regelgeving omtrent de woonopgave, het identificeren van oplossingen en uiteindelijk toewerken naar een roadmap voor verschillende stakeholders.
Organisatoren van de workshop waren Natuur & Milieu (N&M), Nationaal Renovatie Platform (NRP), het European Environmental Bureau (EEB) en Dutch Green Building Council (DGBC). De workshop was onderdeel van het DGBW Congres, lees hier het verslag terug van de gehele dag.