Whole Life Carbon – wat, waarom en hoe?

Gescheiden werelden waren het. Maar de totale levensduur van het vastgoed is één geheel en daarom pakt DGBC twee elementen samen, in de Roadmap Whole Life Carbon. Het gaat om energie (en dus CO2) besparen, als het gebouw er al staat én tijdens bouw en renovatie. Het gaat dus om minder stoken én om andere bouwmaterialen. “We brengen CO2-besparingen bij elkaar van het operationele deel en het materiaalgebonden deel”, zo verwoordt DGBC-projectmanager Laetitia Nossek de gedachte achter de Roadmap.

Haar collega Eefje Stutvoet vult aan: “Veel aandacht ging tot nu toe naar besparingen in het operationele deel en dat is niet zo gek, want 29 procent is operationeel. Daarom zijn we vanuit DGBC een paar jaar geleden het Deltaprogramma gestart, om te stimuleren dat meer gebouwen ‘Paris Proof’ zouden worden.”

Dat was een goede eerste stap, maar: “De eerste blinde vlek daarvan was dat we CO2 uitstoten zowel tijdens het verduurzamen als bij het bouwen. Die activiteiten vormen een flinke punt in het taartdiagram van CO2-uitstoot: 11 procent van het totaal. Bij de productie van die bouwmaterialen komt CO2 vrij, dat noemen we materiaalgebonden CO2. Het wordt steeds belangrijker om die uitstoot erbij te pakken, omdat de verhouding verschuift. Want bij steeds meer gebouwen passen we materialen toe om het operationeel energiegebruik te verminderen.

‘Hoeveel nut heeft deze renovatie?’

Laetitia: “We zien nu drie opgaves. De eerste is de bekende ‘Paris Proof’ operationele opgave, ofwel het terugdringen van CO2-uitstoot en dus energiegebruik in bestaande gebouwen. Tweede zijn de materiaalgebonden emissies; daar ligt de opgave voor nieuwbouw. De derde is een combinatie van één en twee, die voorkomt bij renovaties. Daar zitten ze allebei in en dus moet je rekening houden met de uitstoot van materialen die je in het gebouw stopt en wat zij opleveren aan operationele CO2-besparing. Om te voorkomen dat de optelsom aan CO2-uitstoot van de renovatie hoger is dan de uiteindelijke besparing, moet je je steeds afvragen is deze renovatie vanuit het duurzaamheidsperspectief de beste oplossing?”

Verbeteren in volgorde

Het is mogelijk om de CO2-uitstoot van bouwmaterialenproductie te beperken. “Maar”, zo waarschuwt Laetitia, “het is hard werken om de doelstellingen te halen. We zien drie oplossingen die met elkaar moeten worden gecombineerd. Ten eerste verduurzaming van traditionele bouwmaterialen, daarnaast op twee schaalvergroting van urban mining en ten derde biobased materialen. De kansen en belemmeringen hebben we in kaart gebracht, maar werken we ook nog meer in detail uit.”


Ook kan het operationeel energiegebruik omlaag. Eefje vertelt dat kantoren 70 kWh per m2 mogen gebruiken. “Dan voldoe je aan Paris Proof. Maar je was vrij hoe je dat invulde. Via isoleren, via energiezuinige installaties of verlichting – of ga je opwekken met pv-panelen? Ga je het gebouw en het gebruik optimaliseren? Het maakt – of maakte – ons niet uit hoe je het haalt. Bij materiaalgebonden energiegebruik heb je ook verschillende dingen die je kunt doen, maar daar zit wel een volgordelijkheid in. Je begint met het behouden van de bestaande materialen, je kijkt daarna naar het reduceren en optimaliseren, vervolgens circulaire instroom, duurzame opwek en – als het echt niet lukt – dan kun je als sluitpost nog gaan compenseren.”


Daardoor is de Whole Life Carbon-aanpak ook echt anders. “Want als je die twee besparingsmethodes nu samen gaat nemen, dan gaat het wel echt iets betekenen welke maatregelen je neemt om het operationeel energiegebruik te reduceren. Dan is misschien isoleren een stuk interessanter dan die pv-panelen op het dak”, stelt Eefje.

Invloedssferen

Als je aan de slag wilt met de Whole life carbon aanpak, dan is het volgens Laetitia en Eefje wel belangrijk waar je zit, in de keten. “Wat is je invloedssfeer, waar heb je controle over? Dat betekent bijvoorbeeld voor een investeerder iets anders dan voor een bouwer.

Om je wat richting te geven om aan het commitment te voldoen, om jouw organisatie Paris Proof te maken, hebben we handvatten gegeven; een duwtje in de rug met tips voor hoe je dat in jouw organisatie kunt doen. Alles is terug te lezen in de roadmap, die we samen hebben ontwikkeld met onze ambassadeurs.”

Meedoen kan nog

Eefje en Laetitia gaven over de Roadmap een presentatie op het congres dat gewijd was aan dit onderwerp, in februari. Bij die gelegenheid ondertekenden ook vele organisaties en bedrijven de intenteiverklaring voor Paris Proof materiaalgebonden emmissies. Om tot CO2-reductie te komen in de bouwkolom moeten er nog veel meer bedrijven en andere organisaties aanhaken.  De verklaring blijft open voor nieuwe ondertekenaars, zodat wij als bouw- en vastgoedketen gezamenlijk aan de slag kunnen. 


Naar de intentieverklaring


Onderdeel van een Europese beweging 

Deze intentieverklaring is onderdeel van een Europese beweging. DGBC werkt samen met 9 andere Green Building Councils in het Europese samenwerkingsverband #BuildingLife toe naar CO2-doelstellingen voor de bouwsector. Deze doelstellingen legt DGBC vast in commitments voor de markt, met als uiteindelijk doel deze ook op te nemen in beleid op nationaal en internationaal niveau. 

SDG's

Logo voor Betaalbare en duurzame energieBetaalbare en duurzame energie | Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen

Gerelateerd

6 vragen en antwoorden over CSDDD

6 vragen en antwoorden over CSDDD

Maak kennis met onze nieuwe partner Goldbeck Nederland B.V.

Maak kennis met onze nieuwe partner Goldbeck Nederland B.V.

Building Life ambassadeur Dennis Hauer is architect en directeur bij Urban Climate Architects in Delft

‘Biobased gebouwen voelen beter, zijn gezonder, slaan CO2 op én zijn veel leuker om te ontwerpen’