Gepubliceerd: 11 juli 2025
Leestijd: 3 minuten

Woningcorporaties werken samen aan inzicht in klimaatrisico’s 

De Nederlandse woningcorporatiesector bezit ruim 2,3 miljoen huurwoningen en heeft een belangrijk aandeel (28,3%) in de totale woningvoorraad. Gezien de toenemende fysieke klimaatrisico’s is het cruciaal dat corporaties hun vastgoed toekomstbestendig maken. Dutch Green Building Council (DGBC) traint daarom samen met Climate Adaptation Services (CAS) woningcorporaties in het traject Klimaatrisico’s bij woningcorporaties

Tijdens het traject worden 40 woningcorporaties getraind. De komende maanden wordt er intensief samengewerkt aan het herkennen en aanpakken van klimaatrisico’s. Dit gebeurt op basis van de methodiek van het Framework for Climate Adaptive Buildings (FCAB). Samen verkennen de betrokken partijen op dit moment de eerste stap in die methodiek: de omgevingsscore.   

Inzicht met de omgevingsscore 

De omgevingsscore binnen FCAB is een gestandaardiseerde manier om de blootstelling in te schatten. Fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau bestaan immers uit de combinatie van blootstelling (aan een hazard) en kwetsbaarheid (van het gebouw). Om een goed beeld te krijgen van de totale omvang van de blootstelling bij corporaties, en hen bij de eerste stap te ontzorgen, is ervoor gekozen om de blootstelling van het bezit van deelnemende corporaties gezamenlijk te analyseren. De uiteindelijke resultaten bieden corporaties waardevolle inzichten in de blootstelling van hun woningvoorraad aan klimaatthema’s.  

Vergelijking en onderlinge samenwerking 

Roosmarijn van de Velde, projectmanager bij DGBC, spreekt van een waardevolle samenwerking: “Het project is bijzonder omdat woningcorporaties hiermee voor het eerst op een systematische manier aan de slag gaan met het in beeld brengen van hun fysieke klimaatrisico’s. Dit maakt onderlinge vergelijking mogelijk en stimuleert samenwerking, hopelijk ook met andere vastgoedpartijen in de stad, wat essentieel is bij gebiedsgerichte aanpakken.” Ze onderstreept dat dat corporaties ook naar de kwetsbaarheid van de woningen moeten kijken om een compleet beeld van de risico’s te krijgen. Ik gebruik hiervoor vaak een metafoor van een storm op zee: eerst kijk je naar de storm en je route (de blootstelling in je omgeving), daarna ook naar de zeewaardigheid van het schip waarop je zit (het gebouw).” 

Verdere analyse en toewerken naar stap 2 

Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VRO) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Stap 1 in het project wordt naar verwachting deze zomer afgerond. Tegen die tijd hebben corporaties hun gegevens aangeleverd en beschikken zij over de eerste inzichten. De vervolgstappen moeten vervolgens leiden tot adaptatieplannen om de vastgoedportefeuilles daadwerkelijk klimaatadaptief te maken. DGBC hoopt dat het project een inspirerend voorbeeld is voor de gehele sector en meer partijen verleidt om aan te haken, aldus Van de Velde. “Daarnaast willen we de geanonimiseerde data gebruiken voor verdere analyse en meer inzicht in dit opgave. We zijn inmiddels met de corporaties begonnen met stap 2 van het Framework: de gebouwscore in kaart brengen.”   


Ze besluit: “We merken dat de analyses en inzichten eraan bijdragen dat het onderwerp ‘klimaatrisico’s’ nu opeens wél op tafel ligt in de boardroom van een woningcorporatie.” Dat is volgens haar een waardevolle ontwikkeling. “Dit vraagstuk moet niet ergens in de toekomst worden opgepakt, maar nu, en in samenhang met de energietransitie. Op gebiedsniveau samenwerken met andere partijen in de stad is daarbij een belangrijke sleutel tot succes. We hebben daarin samen nog veel te leren.”