Woningcorporaties werken samen aan inzicht in klimaatrisico’s
De Nederlandse woningcorporatiesector bezit ruim 2,3 miljoen huurwoningen en heeft een belangrijk aandeel (28,3%) in de totale woningvoorraad. Gezien de toenemende fysieke klimaatrisico’s is het cruciaal dat corporaties hun vastgoed toekomstbestendig maken. Dutch Green Building Council (DGBC) traint daarom samen met Climate Adaptation Services (CAS) woningcorporaties in het traject Klimaatrisico’s bij woningcorporaties.
Tijdens het traject worden 40 woningcorporaties getraind. De komende maanden wordt er intensief samengewerkt aan het herkennen en aanpakken van klimaatrisico’s. Dit gebeurt op basis van de methodiek van het Framework for Climate Adaptive Buildings (FCAB). Samen verkennen de betrokken partijen op dit moment de eerste stap in die methodiek: de omgevingsscore.
Inzicht met de omgevingsscore
De omgevingsscore binnen FCAB is een gestandaardiseerde manier om de blootstelling in te schatten. Fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau bestaan immers uit de combinatie van blootstelling (aan een hazard) en kwetsbaarheid (van het gebouw). Om een goed beeld te krijgen van de totale omvang van de blootstelling bij corporaties, en hen bij de eerste stap te ontzorgen, is ervoor gekozen om de blootstelling van het bezit van deelnemende corporaties gezamenlijk te analyseren. De uiteindelijke resultaten bieden corporaties waardevolle inzichten in de blootstelling van hun woningvoorraad aan klimaatthema’s.
Vergelijking en onderlinge samenwerking
Roosmarijn van de Velde, projectmanager bij DGBC, spreekt van een waardevolle samenwerking: “Het project is bijzonder omdat woningcorporaties hiermee voor het eerst op een systematische manier aan de slag gaan met het in beeld brengen van hun fysieke klimaatrisico’s. Dit maakt onderlinge vergelijking mogelijk en stimuleert samenwerking, hopelijk ook met andere vastgoedpartijen in de stad, wat essentieel is bij gebiedsgerichte aanpakken.” Ze onderstreept dat dat corporaties ook naar de kwetsbaarheid van de woningen moeten kijken om een compleet beeld van de risico’s te krijgen. Ik gebruik hiervoor vaak een metafoor van een storm op zee: eerst kijk je naar de storm en je route (de blootstelling in je omgeving), daarna ook naar de zeewaardigheid van het schip waarop je zit (het gebouw).”
Verdere analyse en toewerken naar stap 2
Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VRO) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Stap 1 in het project wordt naar verwachting deze zomer afgerond. Tegen die tijd hebben corporaties hun gegevens aangeleverd en beschikken zij over de eerste inzichten. De vervolgstappen moeten vervolgens leiden tot adaptatieplannen om de vastgoedportefeuilles daadwerkelijk klimaatadaptief te maken. DGBC hoopt dat het project een inspirerend voorbeeld is voor de gehele sector en meer partijen verleidt om aan te haken, aldus Van de Velde. “Daarnaast willen we de geanonimiseerde data gebruiken voor verdere analyse en meer inzicht in dit opgave. We zijn inmiddels met de corporaties begonnen met stap 2 van het Framework: de gebouwscore in kaart brengen.”
Ze besluit: “We merken dat de analyses en inzichten eraan bijdragen dat het onderwerp ‘klimaatrisico’s’ nu opeens wél op tafel ligt in de boardroom van een woningcorporatie.” Dat is volgens haar een waardevolle ontwikkeling. “Dit vraagstuk moet niet ergens in de toekomst worden opgepakt, maar nu, en in samenhang met de energietransitie. Op gebiedsniveau samenwerken met andere partijen in de stad is daarbij een belangrijke sleutel tot succes. We hebben daarin samen nog veel te leren.”
Hoe werkt de omgevingsscore en waarom is deze belangrijk?
De omgevingsscore geeft aan in hoeverre een gebouw is blootgesteld aan bepaalde klimaatthema’s. Het gaat daarbij om de voor Nederland als relevant geachte klimaateffecten in de directe omgeving van een gebouw, die met een score tussen zeer laag en zeer hoog wordt weergegeven.
Deze score wordt bepaald aan de hand van vrij toegankelijke landelijke gegevens (zoals uit de Klimaateffectatlas) en beschrijft hoe de omgeving van het gebouw wordt blootgesteld aan klimaatdreigingen.De omgevingsscore is belangrijk omdat het:
een eerste indruk geeft van de mate waarin een plek is blootgesteld aan klimaateffecten (onder een bepaald klimaatscenario);
gebouweigenaren helpt prioriteit te geven binnen hun portefeuille;
een noodzakelijke eerste stap binnen de FCAB-methodiek, die naast omgevingsscore ook gebouwspecifieke kwetsbaarheid (gebouwscore) en suggesties voor maatregelen omvat.
Voor wie is het Framework Climate Adaptive Buildings (FCAB) bedoeld?
Het Framework is bedoeld voor gebouweigenaren, woningcorporaties, beleggers en overheden. Deze partijen hebben behoefte aan een standaardaanpak om fysieke klimaatrisico’s van bestaande gebouwen in kaart te brengen. De aanpak richt zich specifiek ophet vinden van ‘rode vlaggen’(prioriteiten) in een bestaand gebouwenportfolio.
Wat wordt bedoeld met de gebouwscore en hoe wordt deze vastgesteld?
De gebouwscore geeft aan hoe kwetsbaar (of weerbaar) een gebouw is voor klimaateffecten zoals hitte, droogte, wateroverlast en overstroming. Deze score loopt van 0 (niet kwetsbaar) tot 100 (zeer kwetsbaar).
De gebouwscore wordt vastgesteld op basis van:
Gebouwspecifieke kenmerken, zoals funderingstype, ligging van installaties, zonwering en isolatie;
Een punten- en weegsystematiek, ontwikkeld met experts;
Open data en gebouweigenaar-informatie;
Een thema-afhankelijke beoordeling (per klimaateffect).
Welke maatregelen worden aanbevolen in het Framework om klimaatrisico’s te verminderen?
Het Framework deel 3 bevat een lijst met meer dan 100 maatregelen en een handreiking voor de manier waarop de afweging met betrekking tot maatregelen kan worden gemaakt. Daarbij wordt een voorkeursvolgorde geadviseerd: tref eerst niet-fysieke maatregelen (bijvoorbeeld de gebouwgebruiker informeren over de mogelijkheden van het gebouw), overweeg vervolgens collectieve maatregelen op gebiedsniveau en als die route niet werkt tref dan maatregelen op gebouwniveau.
Wie heeft er meegewerkt aan het Framework Climate Adaptive Buildings (FCAB)?
Het Framework is mede mogelijk gemaakt door ruim 40 partijen, waaronder institutionele vastgoedbeleggers, financiële instellingen, kennisinstituten, adviseurs en overheden. Dit zijn: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Provincie Gelderland, Provincie Utrecht, Provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Amsterdam, ING, Rabobank, ABN AMRO, Verbond van Verzekeraars, W/E, Bouwinvest, MN, a.s.r. real estate, CBRE IM, Vesteda, IVBN, Altera, NSI, Achmea Real Estate, BPD, Esri Nederland, Wereldhave, Sweco, Stichting Climate Adaptation Services, Nelen & Schuurmans, TAUW, Arcadis, HKV, Deltares, Nieman, Royal HaskoningDHV, Hogeschool van Amsterdam, Witteveen+Bos, &Flux, stichting RIONED, OSKA, Groene Huisvesters en Merosch.