Overhandiging Rli advies
Gepubliceerd: 23 juni 2025
Leestijd: 4 minuten

Rli presenteert advies ‘Bouwen met toekomst’ over woningbouwopgave: snel en betaalbaar bouwen gaat prima samen met duurzaamheid

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) publiceerde afgelopen week zijn advies ‘Bouwen met toekomst: werken aan woningen van duurzame materialen’. In het advies, dat gericht is aan de rijksoverheid, geeft de raad aan hoe alle partijen in deze ontwikkeling kunnen worden meegenomen, welke belemmeringen er nog zijn en welke maatregelen nodig zijn. De belangrijkste aanbeveling is een oproep aan de Rijksoverheid: “geef duidelijkheid aan de hele bouwketen over hoe we in 2050 klimaatneutrale woningen bouwen”. DGBC sprak met Karin Sluis, raadslid bij de Rli en voorzitter van de commissie die het advies opstelde.

Bij de totstandkoming van het advies is DGBC nauw betrokken geweest. Het kabinet wil de komende jaren 100.000 nieuwe woningen per jaar laten bouwen. De focus ligt daarbij op betaalbaarheid en snelheid. In het advies onderzoekt de raad hoe deze enorme bouwopgave kan samengaan met de noodzaak om de CO₂-uitstoot in de woningbouw terug te dringen. Een aanzienlijk deel van de nationale CO₂-uitstoot is namelijk afkomstig van het gebruik van conventionele bouwmaterialen zoals beton en staal. Hoewel een deel van de bouwsector al inzet op bouwen met duurzame materialen, is verdere opschaling nodig. Het advies beschrijft vijf strategieën en doet vier concrete aanbevelingen voor de omslag naar duurzaam bouwen.

Heldere koers noodzakelijk

Karin Sluis, raadslid bij de Rli en voorzitter van de commissie die het advies opstelde: “De belangrijkste aanbeveling is echt aanbeveling 1 en gericht aan de rijksoverheid: geef duidelijkheid aan de hele bouwketen over hoe we in 2050 klimaatneutrale woningen bouwen. En gebruik daarvoor de door Europa gevraagde roadmap. Dat is nodig om de vraag naar duurzame materialen te vergroten én de sector de tijd te geven om zich aan te passen.” Dat tijdsaspect is volgens haar een cruciaal onderdeel: “De bouwketen bestaat uit meer dan 100.000 bedrijven en zelfstandigen. Die hebben tijd nodig om anders te leren werken. En omdat er ook na 2030 nog veel woningen moeten worden gebouwd, moeten die woningen nú al duurzamer worden. Anders halen we 2050 niet.”

We kunnen eenvoudig adviseren wat we goed achten

Beprijzing als stimulans

Om die verduurzaming te versnellen, adviseert de Rli naast normering ook het beprijzen van CO₂-uitstoot in de woningbouw. Deze beprijzing wordt gezien als een effectieve prikkel om duurzame keuzes te bevorderen. Hoewel er in sommige delen van de sector zorgen bestaan over mogelijke kostenverhogingen, blijkt uit gesprekken dat er ook veel draagvlak is voor dit instrument – juist omdat het zorgt voor een gelijk speelveld. Voor veel woningtypen, zoals laagbouw en middenhoogbouw, zijn duurzame bouwmethoden inmiddels mogelijk tegen vergelijkbare of zelfs lagere kosten. Hoogbouw vraagt om een specifiek afbouwpad, maar ook daar liggen kansen, mits de keten anders en beter samenwerkt.

Karin Sluis (RLi)
Karin Sluis (RLi) fotograaf: Rob ter Bekke

Rol van overheden en de hele bouwketen

Het advies is dan ook feitelijk gericht aan de gehele bouwketen. “We hopen dat het op de bureaus belandt van ministeries, gemeenten en andere partijen die een verschil kunnen maken,” aldus Sluis. “Gemeenten kunnen bijvoorbeeld via hun stedenbouwkundige plannen het gebruik van duurzame materialen faciliteren – of juist blokkeren. En binnen de bouwketen moeten partijen verder kijken dan hun directe buren. Een architect moet weten wat een materialenproducent verderop kan.”

Aanvulling op STOER

Door de jaren heen zijn er geregeld rapporten en adviezen verschenen over het bouwen van woningen, maar daar was zelden de circulaire thematiek zo nadrukkelijk in verweven. Sluis ziet het advies bijvoorbeeld als een aanvulling op STOER. “STOER richt zich op snel en betaalbaar bouwen. Wij voegen daar duurzaamheid aan toe. Dat kan prima samengaan. Als er een goede landelijke norm komt, hoeven gemeenten er ook geen extra regels meer bovenop te leggen.”

In het advies, dat gericht is aan de rijksoverheid, geeft de raad aan hoe alle partijen in deze ontwikkeling kunnen worden meegenomen, welke belemmeringen er nog zijn en welke maatregelen nodig zijn.

Samenwerking met DGBC

Over de bijdrage van DGBC aan het advies is Sluis louter positief: “We hadden veel aan reviews en gesprekken met Ruben Zonnevijlle, Jan Kadijk en Laetitia Nossek.” Ze ziet daarnaast een mooie parallel in de onafhankelijke rol die beide organisaties hebben. “We kunnen eenvoudig adviseren wat we goed achten – ook op de lange termijn. Daar ligt echt een taak voor ons.”

Lees hier het volledige persbericht van Rli.


Download het advies ‘Bouwen met toekomst’