

De stad van de toekomst vraagt om een andere manier van denken, stelt DGBC-directeur Brigit Gerritse in een interview met Bouw Natuurinclusief. Gerritse is jurylid van de Award Natuurinclusief Bouwen & Ontwerpen 2025, de zoektocht van Vogelbescherming Nederland naar het meest inspirerende natuurinclusieve project of ontwerp van de afgelopen 2 jaar.
Dit jaar is de vierde editie van de Award Natuurinclusief Bouwen & Ontwerpen, een prijs die ontwerpen en projecten voor het voetlicht brengt waarbij groen en biodiversiteit hand in hand gaan met duurzame stedelijke ontwikkeling. Partijen die willen meedingen kunnen hun natuurinclusieve project tot 26 september inschrijven voor de competitie. De inzendingen worden beoordeeld door een onafhankelijke jury, met experts uit verschillende vakgebieden. Bouw Natuurinclusief vroeg Gerritse wat haar persoonlijk beweegt bij het jurylidmaatschap voor de Award.
“Van huis uit ben ik planoloog. Ik heb mijn hele loopbaan in commercieel vastgoed gewerkt, waaronder een tijdje bij een woningcorporatie. Zo ben ik altijd betrokken geweest bij de inrichting van de openbare ruimte en de leefbaarheid van steden.”
“Dutch Green Building Council is een stichting opgericht voor en door de sector en gaat helemaal over klimaatadaptief bouwen. We maken routekaarten om zo snel mogelijk de bouwsector Paris proof te maken. Daarvoor richten we ons niet alleen op de gebouwen maar ook op de omgeving, om zo veel mogelijk groen te realiseren voor biodiversiteit, regenwateropvang, hittebestendigheid. We willen niet dat er gebouwd wordt in greenfields maar in brownfields zoals oude bedrijven- en industrieterreinen en bestaande kantoorgebouwen herbestemmen, want we moeten zorgvuldiger omgaan met onze natuurlijke bronnen.”
We moeten de natuur centraal stellen om toekomstbestendige steden te ontwikkelen; zonder natuur is er geen mens
“In het begin van mijn carrière was ik gefascineerd over hoe de vastgoedwereld werkt en hoe interessant het is om mooie gebieden ontwikkelen. Zo’n tien jaar geleden is daar ook de sociale component bijgekomen. In de vastgoedsector kwam de mens meer centraal te staan: waar voelen mensen zich gelukkig, hoe ontmoeten ze elkaar? En langzaam is nu omslag naar klimaatadaptatie en -mitigatie. Niet lang geleden heb ik een paper geschreven over biodiversiteit in de stad, voor het bedrijf waar ik voor werkte. Een wandeling die ik toen maakte met een stadsecoloog was voor mij een keerpunt. We moeten de natuur centraal stellen om toekomstbestendige steden te ontwikkelen; zonder natuur is er geen mens.”
“Via de de ULI Award for Excellence kwam ik Minerve tegen, een project in Edegem, bij Antwerpen. Op het oude industrieterrein de van Agfa-fabriek is een volledig nieuwe woonwijk gemaakt. De ontwerpers zijn begonnen bij de natuur. De verharding in de omgeving is verwijderd waar het kon en overal zijn inheemse planten neergezet. Van daaruit is pas het ontwerp gemaakt voor de woningen. Daarbij hebben ze veel eigen innovaties toegepast. De verwarming komt van restwarmte van fabrieken in de omgeving, en fabrieksdaken worden gebruikt voor wateropvang voor de toiletten en wasmachines van de woningen.”
“Toevallig heb ik daar eerder een hackathon over georganiseerd: hoe ziet de ideale stad eruit? Alle deelnemers hadden een zelfde soort droombeeld: een eerlijke, inclusieve stad waar plek is voor iedereen. Met ruimte om alleen te zijn en om elkaar te ontmoeten als je dat wilt. Ik zie een soort middeleeuwse stad voor me, dat is ook de schaal waar je je als mens nog thuis voelt. Er is veel groen en veel water, en er is goed nagedacht over lichtvervuiling. Alle gebouwen zijn in gebruik, er is geen leegstand. In gemeenschappelijke tuinen en parken kunnen mensen samen hun eigen voedsel verbouwen. Het is een ’15-minutenstad’, een concept dat ik omarm: alles wat je nodig hebt kun je binnen 15 minuten bereiken, liefst wandelend of op de fiets. De stad heeft eigen ecosystemen. Voedsel en bouwmaterialen hoeven niet meer van over de hele wereld te worden aangevoerd; zo heb je minder transportkosten en vervuiling.”
“Dat heeft met geldstromen te maken. Wij hebben het zo georganiseerd dat pensioenfondsen geld beleggen in vastgoed. Daar moet een verdienmodel onder liggen, om rendement voor de pensioenen mogelijk te maken. Zo is alles gemonetariseerd en dat houdt ontwikkeling tegen. In de ideale stad is geld niet het leidend motief, dat vraagt om een andere manier van denken. Misschien dat de crisissen van deze tijd – de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, de stikstofcrisis – ons helpen om dingen anders te organiseren. Crisissen zijn een kans om na te denken over andere oplossingen.”
“Ik hoop inspirerende inzendingen te zien. Mensen die iets nieuws verzonnen hebben, of een manier om bestaande oplossingen op te schalen of mooier te maken. Zodat we die een podium kunnen geven en ik ze via mijn netwerk verder kan brengen. Soms is dat tegen de stroom in; denk aan de politieke discussie die we gehad hebben over nestvoorzieningen in bouw en renovatie. Maar daaruit bleek ook dat er heel veel partijen zijn die het wél goed willen doen. Met de inzendingen kunnen we hen laten zien wat er mogelijk is en de gelegenheid geven om ervan te leren.”
Sinds zomer 2024 huist mediaconcern DPG Media in een nieuw pand: Mediavaert Amsterdam. Het gebouw dat werd ontwikkeld door Being, is een van de grootste hybride houten kantoorgebouwen van Europa. Het werd begin 2024 opgeleverd en biedt naast veel kantoorruimte ook een tweelaagse parkeergarage, diverse ruimtes voor bijeenkomsten, maar ook radiostudio’s, restaurants en sportfaciliteiten. Mediavaert […]
Bekijk dit project