Gepubliceerd: 13 november 2025
Leestijd: 6 minuten

Op weg naar een Net Zero-standaard: ‘Tijd om duidelijkheid te scheppen’

Met de toenemende duurzaamheidsdoelstellingen en strengere regelgeving vanuit de Europese Unie is de term Net Zero niet meer weg te denken uit de bouw- en vastgoedsector. Maar wat betekent het nu écht? “Steeds meer bedrijven claimen dat ze naar Net Zero-emissies streven, maar het is niet helder wat ze daarmee bedoelen”, vertelt Laetitia Nossek, programmamanager bij DGBC. “Dus was het tijd om daar duidelijkheid in te scheppen.”

Daarom ontwikkelen initiatiefnemers DGBC, stichting Climate Cleanup en Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO), bekend van de CO2-Prestatieladder, samen een Net Zero-standaard voor de Nederlandse bouw- en vastgoedsector. Tijdens het Paris Proof Congres 2025 op 27 november introduceren de 3 partijen voor het eerst hun resultaten.

Nossek leidt het project namens DGBC, samen met collega’s Eefje Stutvoet (programmamanager) en Karlijn Besse (projectmanager). Op het congres presenteert Besse de deelsessie over de Net Zero-standaard, die in de kern aangeeft hoe je een claim kan leggen op een Net Zero-aligned ontwerp, gebouw of portefeuille. Besse leidt de sessie samen met Tijmen de Groot, projectmanager beleid en ontwikkeling bij SKAO, en Sacha Brons, strategisch adviseur bij Climate Cleanup. Ook zij zijn onderdeel van het projectteam rondom de ontwikkeling van de standaard. Tijdens een interview in aanloop naar het congres geven de 3 partijen samen alvast een inkijkje in het project.

Beschermen van de term

De aanleiding voor het ontwikkelen van een standaard was de wildgroei aan claims rondom Net Zero. “Er was nog geen duidelijke definitie wanneer een gebouw (of portefeuille) Net Zero of Net Zero-aligned genoemd mag worden. Daarvoor leggen we in de standaard de randvoorwaarden neer”, stelt Nosse. De Groot bevestigt het belang van het beschermen van de term: “We moeten zorgen dat de claim Net Zero echt iets blijft voorstellen. Door de term proactief meer inhoud te geven, zorgen we met de standaard voor eenduidigheid en houvast.”

Fotograaf: www.davidlok.nl

Door de term proactief meer inhoud te geven, zorgen we met de standaard voor eenduidigheid en houvast

De standaard is opgesteld in samenwerking met een brede klankbordgroep van ontwikkelaars, bouwers, beleggers en experts uit het DGBC-netwerk en toepasbaar op gebouw- en portefeuilleniveau. Ook sluit de standaard aan bij Europese richtlijnen en wetgeving. “Qua definitie voor Net Zero bouwen we in principe voort op de definities en de wettelijke eisen die er al zijn. Wel focussen we specifiek op de Nederlandse bouwsector en nemen hierbij onze klimaatopgave en bijbehorende emissiereductieverantwoordelijkheden mee”, legt Brons uit.

“Na het reduceren van emissies zullen we in de huidige markt altijd nog rest-emissies hebben. Daarom stellen we in deze standaard ook de randvoorwaarden op voor wat er met de rest-emissies moet gebeuren”, geeft Nossek aan. Op weg naar de standaard is naast emissiereductie ook onderzocht wat er met rest-emissies moet gebeuren. “Ga je die compenseren? Zo ja, hoeveel dan, en op welke manier?”, schetst De Groot. Vanuit Climate Cleanup stelt Brons de vervolgvragen op het thema CO2-opslag, zoals ‘wat doe je na of bovenop reductie?’.

Hoog ambitieniveau

Brons ziet dat vanuit de bouw nog te weinig wordt gestuurd op de vervolgstappen na emissiereductie: “Die stappen moeten we op een eerlijke, effectieve manier in de besliskaders van de bouw krijgen. Het is goed om dat aan te pakken in samenhang met je reductie en andere maatregelen op energieniveau en met andere carbon credits. Dat totaalplaatje schetsen wij.”

Nossek noemt de Net Zero-standaard de ‘overtreffende trap’ van Paris Proof, dat zich richt op CO2-reductiedoelstellingen voor energie en materialen. “Vaak is het reductie of op energie of op materialen, dus niet allebei. Met deze standaard proberen we die samenhang wel te vatten en de rest-emissies te compenseren door biogene opslag en andere compensatie”, legt zij uit. “Het ambitieniveau ligt hoog. We gaan nu in de praktijk uitvinden of de richtlijn een stip op de horizon is, of iets waaraan nu al voldaan moet worden.”

Krachtige samenwerking

De kracht van het project zit in de samenwerking tussen de 3 organisaties met ieder hun eigen expertise. DGBC neemt de projectleiding op zich, activeerde haar netwerk en voegde de Paris Proof-doelstellingen op gebouwniveau toe. Climate Cleanup richt zich op de vraag hoe CO2-opslag in gebouwen kan worden meegenomen en aan welke eisen carbon credits moeten voldoen, wanneer ze worden meegenomen ten behoeve van een Net Zero-claim. SKAO brengt het perspectief op organisatieniveau in, met kennis en ervaring vanuit de bouw, infra en de grond-, weg- en waterbouwsector. “Het mooie aan dit traject vind ik dat we allemaal een afgekaderd stuk meebrengen en met elkaar een heel compleet eindproduct kunnen neerleggen”, meent Nossek.

We brengen allemaal een afgekaderd stuk mee en kunnen een heel compleet eindproduct neerleggen

Het integreren van het organisatieniveau met het gebouw- en portefeuilleniveau bleek wel een uitdaging, omdat de afbakening, tijdslijn en methoden op deze niveaus verschillen. Ook het scherp krijgen van definities en het beperken van interpretatieruimte in protocollen was een belangrijk aandachtspunt. “Daarbij was het fijn om gezamenlijk knopen door te hakken en keuzes voor te leggen aan de klankbordgroep”, evalueert De Groot. “Dankzij deze samenwerking rondom de Net Zero-standaard kunnen we het vraagstuk in zijn geheel aanpakken, en kijken hoe alles in elkaar past”, vult Brons aan.

Van pilot naar sectorbrede toepassing

De presentatie op het Paris Proof Congres eind november is een belangrijke mijlpaal, maar zeker niet het eindpunt van dit project. In januari volgt de pilotversie van de standaard, waarna de praktijk met de standaard aan de slag kan. De organisaties mikken op een breed gedragen en werkbare standaard voor de hele sector.

De Net Zero gebouwde omgeving is het doel van onze organisaties, daar blijven we met zijn allen bij betrokken

De brede klankbordgroep waarmee van begin af aan is samengewerkt, draagt bij aan het creëren van draagvlak. “Grote organisaties zijn al betrokken, en het idee is dat als zij ermee aan de slag gaan, de standaard zich vanzelf verder verspreidt in de markt”, legt Brons uit. “De Net Zero gebouwde omgeving is uiteindelijk het doel van onze organisaties, dus we blijven daar met zijn allen bij betrokken”, vervolgt hij.

Ook Nossek bevestigt dat de samenstelling van de klankbordgroep en de constructieve samenwerking bijdragen aan het succes van de marktacceptatie: “Als je in de ontwikkelingsfase overeenstemming vindt, heb je de belangrijkste partijen al mee. Zij zien dat we met deze Net Zero-standaard de Nederlandse bouw- en vastgoedsector een helder en ambitieus kader bieden om klimaatdoelen te realiseren.”

De Net Zero-standaard wordt mede mogelijk gemaakt door de TBI Klimaattrein. Een organisatie en netwerk om vernieuwde initiatieven van bouwpioniers en klimaatverbeteraars verder te brengen vanuit een fonds van TBI. En het meerjarenprogramma #BuildingLife met financiering van de Laudes Foundation en IKEA Foundation en het Paris Proof-programma van DGBC.