

De urgentie rond materiaalgebonden CO₂ in de bouwsector is groter dan ooit. In 2021 stelde DGBC samen met adviesbureau NIBE grenswaarden op voor deze emissies. Deze Paris Proof-waarden zijn breed omarmd en hebben geleid tot meer bewustwording en sturing in de markt. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en zijn de CO₂-budgetten opnieuw berekend. Ondanks de inzet van vele partijen is de uitstoot onvoldoende gedaald. Bovendien heeft het IPCC de mondiale budgetten fors naar beneden bijgesteld, waardoor het resterende CO₂-budget voor Nederland en de bouwsector kleiner is dan ooit.
Tijdens het Paris Proof-congres presenteerde DGBC daarom een update van het rekenprotocol voor materiaalgebonden emissies. Laetitia Nossek, programmamanager bij DGBC, introduceerde de zogenoemde klimaatklassen: een klassensysteem dat naast de oorspronkelijke 1,5-gradendoelstelling uit 2020 kan worden gelegd. Dit systeem stimuleert verdere reductie zonder de bouwopgave te blokkeren. Het vormt een aanvulling op het protocol uit 2021, waarin ambitieuze grenswaarden werden vastgelegd.
De update is ingegeven door het besef dat het resterende CO₂-budget voor nieuwbouw vrijwel op is en het 1,5-gradenscenario niet langer haalbaar lijkt, terwijl de bouwopgave groot blijft. Met de klimaatklassen kan er over projecten worden gecommuniceerd in verhouding met de methodiek, maar blijft reductie centraal staan.
DGBC pleit voor een ‘no regret’-strategie: maximaal inzetten op beter benutten van de bestaande bouw, renovatie, circulariteit en innovatie, en transparant communiceren over de impact van keuzes. Binnenkort volgt een verklaring over de effecten van deze update.
Lees de volledige analyse en download het geüpdatete rekenprotocol: https://www.dgbc.nl/publicaties/de-berekening-achter-paris-proof-materiaalgebonden-emissies/





















