Pluq levert laadoplossingen voor bedrijven: ‘Vastgoedeigenaren krijgen gewoon geen huurders meer als hun gebouwen niet Paris Proof zijn’

Charging-as-a-service-bedrijf Pluq financiert, installeert, onderhoudt en beheert laadpalen voor bedrijven met een parkeerterrein. En dat gaat verder dan een parkeerplaats en een aansluiting. Het bedrijf biedt totaaloplossingen voor bedrijven die kampen met gevolgen van netcongestie. “Je moet slim kijken naar de mogelijkheden en installaties om je vermogen optimaal te benutten.”

Pluq is in 2019 opgericht door ondernemer Tom de Kort en energiespecialist Pieter Jan Zijlema. Het bedrijf exploiteert op dit moment 1900 laadpunten op semi-publieke locaties, zoals kantoren, winkelgebieden en recreatieve bestemmingen. Pluq plaatst en beheert de laadpalen en neemt de kosten en risico’s op zich, zodat de klant daar geen omkijken naar heeft. Die ontvangt bovendien een percentage van de marge per geladen kilowattuur. Het bedrijf is actief in Nederland, België en Duitsland en wil graag doorgroeien naar andere landen. Een Europees dekkend netwerk met 50.000 laadpalen in 2030, dat is het doel.

Laden waar je bent

Volgens Business development manager Douwe van Weelderen werkt Pluq op het snijvlak van de energie- en vastgoedsector. “Wij richten ons uitsluitend op locaties met eigen parkeerterreinen”. Snel laden is leuk en aardig, maar ook een enorme waste of time! Slimmer is het om gewoon daar te laden waar je wilt zijn. Wij noemen dat destination charging. De gemiddelde Europeaan rijdt zo’n 50 kilometer op een dag – meestal woon-werkverkeer. De rest van de tijd staat de auto stil. Je kunt dus prima laden op locaties waar je tóch al moet zijn. Bij uitstek op kantoor, maar ook bij een winkelcentrum, golfclub, restaurant, hotel et cetera. Dat is ons uitgangspunt.”

Ontzorgen

Pluq neemt opdrachtgevers veel rompslomp uit handen. “Als wij een opdracht krijgen van een vastgoedeigenaar, dan ontzorgen we hem of haar volledig. Wij zorgen voor de complete installatie: van technisch onderzoek en plaatsing tot exploitatie en financiering.” Pluq sluit de laadinfrastructuur meestal aan op een bestaande aansluiting. “Dat moet ook wel, want je krijgt geen nieuwe”, legt Van Weelderen uit. “Acht van de tien keer zit er bij bestaande objecten genoeg ruimte in het contract met de energieleverancier om laadinfra toe te voegen”. We kijken naar het type, de locatie en de verblijfsduur van de bezoeker om te bepalen hoeveel tijd mensen nodig hebben om te laden. Daar stemmen we de laadcapaciteit dan op af.”

Netcongestie

Een thema waar Pluq veel mee te maken krijgt, is netcongestie. Van Weelderen: “Vanaf het moment dat we met Pluq begonnen hebben we ons gerealiseerd dat de overgang van fossiele brandstoffen naar elektriciteit in de mobiliteitssector hand in hand kan gaan met de bredere energietransitie. Maar deze transities kunnen ook met elkaar in conflict komen. Uit de ambitie om beide transities beter op elkaar af te stemmen en te versnellen, werd Pluq geboren."

“Onze grootste uitdaging is netcongestie. Als die er niet was, had iedereen onze service kunnen uitrollen. In onze optiek is netcongestie met name een piekprobleem, en zo’n piek is maar heel beperkt. 350 dagen per jaar heb je een groot deel van de dag capaciteit over.”

Vermogen optimaal benutten

Omdat veel organisaties wel problemen ervaren door netcongestie, helpt Pluq ze die op te lossen. “Vooral in complexere situaties komt onze kracht naar voren,” legt Van Weelderen uit. “Wij hanteren een holistische aanpak om te bepalen wat het probleem nu echt is. Je ziet dat er veel meer mogelijk is dan mensen in eerste instantie denken. Het is de kunst om slim te kijken naar de daadwerkelijke vraag en de mogelijkheden om je beschikbare vermogen optimaal te benutten.”

De uitdaging zit met name in het beschikbaar maken van capaciteit op momenten dat je die eigenlijk niet hebt. Dus hoe gebruik je je energie optimaal, wanneer er voldoende capaciteit is? En hoe kun je die beschikbaar krijgen op momenten dat je anders ‘in het rood’ zou staan? Soms kun je het oplossen met de bestaande installaties of door ander gebruik. In andere gevallen is het efficiënter om te bufferen of om extra capaciteit in te zetten met een batterij. Voor elke uitdaging is weer een andere oplossing geschikt.”

Scope 3

“Pluq is begonnen met een specifieke focus op hotels, restaurants en parken. Ik ben vervolgens binnengehaald om een slag te maken naar een bredere propositie die aansluit bij de uitdagingen in de vastgoedsector. Daar komt ook DGBC om de hoek kijken”, vertelt Van Weelderen, die hoopt via DGBC interessante samenwerkingen aan te kunnen gaan. “We willen allemaal verduurzamen, maar als iedereen op z’n eigen eilandje blijft werken, gaan we het niet redden. Juist door samen te werken, zijn we veel sterker.”

Hij ziet Pluq als een schakel in de mobiliteitstransitie. Het bedrijf opereert volgens hem met name in scope 3. “Laadpunten zijn een belangrijke component in verduurzaming van het woon-werkverkeer. Veel bedrijven kunnen of willen niet zelf investeren in laadinfrastructuur. Wij kunnen dat voor hen doen.”

Communiceren, leren en samenwerken

“Paris Proof sluit heel erg aan bij wat wij doen. Vastgoedeigenaren krijgen gewoon geen huurders meer als hun gebouwen niet Paris Proof zijn of als de laadinfrastructuur niet in orde is. Verduurzaming is cool, maar als je het hebt over elektriciteitsverbruik, zijn er ook verduurzamingsslagen die juist energie vreten. De vraag is vaak: kun je dingen met elkaar laten communiceren, zodat ze efficiënter worden? Een gebouwbeheersysteem kan daarin sturend worden. Zowel de mensen als de systemen moeten communiceren, leren en samenwerken.”

DGBC-partners

Pluq

Gerelateerd

De nieuwe WEii-licentiehouders werden in het zonnetje gezet tijdens het Paris Proof Congres 2024.

Vijf nieuwe WEii-licentiehouders op Paris Proof Congres: ‘bewijst waarde sturen op werkelijk energiegebruik’

kantoorgebouwen

Nieuwe beslisboom kantoren toont dat renoveren naar Paris Proof altijd loont

Stichting W/E adviseurs

Stichting W/E adviseurs: ‘Verduurzamen van bestaand vastgoed en woningtekort zijn grootste uitdagingen voor komende jaren’