DGBW: van betonschaamte naar betontrots

Beton is een CO2-veelvraat. Het gebruik en daarmee de gepaarde CO2-uitstoot van beton is de laatste decennia flink toegenomen. Het verminderen van de CO2-uitstoot is een belangrijk proces waar de gehele markt naar toe moet. De makkelijkste weg is het stoppen met het gebruiken van beton. Zo’n stap is erg rigoureus, maar met het verminderen van het betongebruik kunnen grote stappen worden gezet, en is ook mogelijk. 

Kari Kleiss en Michaël Menting van ABT bv nemen de bezoekers van hun DGBW-sessie mee naar de wereld van beton en het reduceren van CO2-uitstoot. De mogelijkheden voor het verminderen van de CO2-uitstoot richten zich op drie stromen.

Reduse, reuse en recycle

Met het reduceren zijn goede stappen gezet, door een hybride vorm van beton te gebruiken kan de helft minder materiaal worden toegepast, wat leidt tot de helft minder CO2-uitstoot. 

Bij de Fontys hogeschool Eindhoven is gebruikgemaakt van een 350mm vlakke plaat met hybride wapening, hiermee wordt staalweefsel toegevoegd. Dit zorgt voor een lichtere constructie, waardoor 730 minder fundatiepalen nodig waren en men ruim 500 ton CO2 en ruim €500.000,- wist te besparen.

Nieuwe technieken zorgen ervoor dat men niet alleen op macroniveau, maar ook op microniveau op de bestandsdelen van beton kan besparen. Cement, grind en zand zorgen afzonderlijk voor een hoge CO2-last. Met name cement is daarin de boosdoener. 'Eigenlijk spreekt men eerder van cementschaamte, dan betonschaamte', is dan ook de boodschap van de sprekers. 

Uitstoot

Wereldwijd is de gemiddelde uitstoot ruim 250 CO2/m³, waar dat gemiddelde van in het werk gestorte beton Nederland op 160 CO2/m³ ligt. Met nieuwe technieken gericht op het cementonderdeel kan men ruim een derde reduceren aan CO2-uitstoot.

 

Echter biedt dit ook nog praktische nadelen. Weinig ervaring en nieuwe benodigde regels over het toepassen hiervan bemoeilijken de processen. Zo kent het gebruik van geopolymeerbeton ook nadelen. Daarin wordt gebruikgemaakt van biobased restproducten, zoals klei, slib, of restproducten uit de staalindustrie. Het uithardingsproces heeft een andere timing dan de reguliere werkwijze. Dit heeft ook gevolgen voor de bouwprocessen. Belangrijk dus dat de markt hier nog meer ervaring mee kan opdoen.

Zand

Ook op het gebied van het vervangen van grind en zand zijn er mogelijkheden om restproducten of gerecyclede producten toe te passen. Gewassen zand dat komt uit grondsaneringen, AVI-bodemas, menggranulaat en betonpuin zijn enkele voorbeelden. Maar men kijkt ook verder, het gebruik van red mud, een restproduct bij de productie van aluminium, rijstvlies, een restproduct van rijstproductie en hergebruiken van glas, zijn enkele voorbeelden waar de toepassingsmogelijkheden worden onderzocht. 

Oproep

De technische mogelijkheden zullen zich steeds meer uitbreiden, zodat de processen duurzamer kunnen. Een laatste oproep van ABT: 'Zorg dat ingenieurs ook de mogelijkheid hebben om innovatieve oplossingen toe te passen in projecten. Vaak beschrijven de bestekken alle benodigde technieken, en kan men niet gebruik maken van alternatieve manieren om beton toe te passen. Laat de kaders dus een beetje vieren, en sta innovatie verder toe!'

DGBC-partners

ABT bv

Gerelateerd

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'

Intentieverklaring markeert een samenwerking tussen 14 vooraanstaande ketenpartners uit de ontwerp-, techniek- en bouwsector, gericht op de praktijktoets Milieuprestatie Gebouwen (MPG).

Unieke samenwerking tussen ketenpartners voor Praktijktoets MPG

Adviesbureau De Groene Jongens adviseert bedrijven en gebouweigenaren bij hun verduurzamingsprocessen.

Duurzaamheid als hoogste doel: adviesbureau De Groene Jongens wil altijd meer impact maken