

Beeld: Sprangers Fotografie
“Bewuste keuzes maken het verschil”
Janneke Leenaars is ruim 5 jaar duurzaamheidsmanager bij Interface. Ze is in deze rol verantwoordelijk voor Noord-Europa én werkt aan een wereldwijd traject gericht op het herijken van de strategie rondom de circulaire economie. “Mijn functie is erg afwisselend: ik werk zowel strategisch als praktisch, intern en extern.”
Als een van de eerste ambassadeurs van het #BuildingLife project wil Leenaars bewustwording creëren rondom materiaalgebonden emissies. “In de gebouwde omgeving is veel aandacht voor operationele emissies (verwarming, koeling, elektriciteit, enzovoorts), maar nauwelijks voor materiaalimpact. Dat moet anders, want het bouwen en inrichten van een gebouw heeft óók een flinke CO2-voetafdruk. Bewuste keuzes kunnen een groot verschil maken in het verlagen van die voetafdruk van de gebouwde omgeving. En de oplossingen zijn er: CO2-arme producten en zelfs producten en materialen die CO2 vastleggen!”
Moedige, niet aflatende actie
Interface verlaagt sinds haar oprichting in de jaren ’90 actief de CO2-voetafdruk van haar producten. “De gebouwde omgeving heeft een enorme impact. Als we echt verschil willen maken, moeten we bewust kiezen: renoveren of bouwen, en met welke materialen? In het begin bevatten de producten nog veelal petrochemisch intensieve materialen, inmiddels zijn we duurzaamheidskoploper. Dat lukt dankzij onze duidelijke missie: ‘All in’ om tegen 2040 een CO2-negatieve onderneming te zijn.”
De CO2-negatieve onderneming waar Interface nu naartoe werkt is inclusief scope 1, 2 en 3. “We willen onder nul komen, met CO2-opslag en zonder compensaties. Dat vraagt om moedige, niet aflatende actie.” De intrinsieke motivatie is groot, merkt Leenaars op. “De persoonlijke transformatie van oprichter Ray Anderson leidde tot een collectief geweten binnen Interface. Dat is nu onze ‘waarom’.”
Leenaars ziet dat grootse ambities niet alleen inspireren, maar ook zorgen voor een sterke innovatiekracht. “Materiaaltechnisch hebben we de afgelopen decennia al vele concrete stappen gezet. Producten uit onze fabriek in Scherpenzeel bevatten inmiddels gemiddeld 88% gerecycleerd en biobased materiaal. We hebben een hele range vloerproducten beschikbaar die cradle to gate, oftewel van grondstof tot en met productie, CO2-negatief zijn.”
Helder stappenplan met rimpeleffect
nterface verduurzaamt volgens een helder stappenplan: emissies voorkomen, reduceren, CO2 opslaan en inspireren. Denk bij ‘voorkomen’ aan materiaal- en machine-efficiëntie, ‘reduceren’ kan bijvoorbeeld door het vervangen van virgin fossiele grondstoffen door gerecycleerd en biobased materiaal. Voor CO2-opslag gebruikt Interface sinds 2021 plantbased materiaal voor de rug van tapijttegels.
“Door als eerste onderneming plantbased materiaal toe te passen in vloerproducten, helpen we leveranciers hun afzetmarkt te verbreden. Zo inspireren we met de transformatie van ons eigen productieproces een positief rimpeleffect in de verduurzaming van de gehele industrie.”
En dat rimpeleffect is groot. Interface vraagt leveranciers om hun impact te verlagen, wat ook andere afnemers beïnvloedt. Een voorbeeld is garenleverancier Aquafil, die op verzoek van Interface stapsgewijs garen met 100% gerecycleerd materiaal ontwikkelde. “Ook de rest van de industrie gebruikt nu dat garen, zelfs de kledingindustrie.”


‘Stel stevige ambities’
“Wij laten zien dat duurzaamheid en commercieel succes samengaan. Maar mensen hebben geen idee hoeveel R&D er achter onze producten zit,” vertelt Leenaars. “De overstap van bitumen naar een biocomposiet tapijttegel-rug, gemaakt met plantbased en gerecycled materiaal bijvoorbeeld, heeft jaren geduurd. Maar we hebben het gedaan, omdat we geloven in onze missie.”
Door kennis en ervaringen breed te delen, bijvoorbeeld op het Congres Dutch Green Building Week, wil Interface andere partijen inspireren om ook stevige ambities te stellen. “De sessie tijdens het congres richt zich op bewustwording en het enthousiasmeren van de sector om serieuze stappen te zetten. Wat wij doen heeft effect op onze leveranciers, en via hen op de hele industrie,” aldus Leenaars. “Samen kunnen we ervoor zorgen dat de gebouwde omgeving bijdraagt aan het oplossen van de klimaatcrisis.”



