Toekomstbestendige gebiedsontwikkeling in Utrecht 

Wethouder Eelco Eerenberg is in de gemeente Utrecht verantwoordelijk voor de portefeuille Ruimtelijke Ontwikkeling, Onderwijs en Volksgezondheid. Hij heeft een duidelijk beeld over het hoe en waarom van de gemeentelijke toekomstvisie op duurzame gebiedsontwikkeling.

“Utrecht groeit de komende decennia richting bijna een half miljoen inwoners, maar de ruimte is beperkt. We moeten een menselijke, groene stad creëren, die écht bijdraagt aan onze duurzaamheidsdoelstellingen. Daarom hanteren we het principe van de 10-minutenstad, waarbij alle dagelijkse benodigdheden binnen 10 minuten lopen of fietsen bereikbaar moeten zijn. Zo zorgen we dat mensen minder vaak de auto nodig hebben.” 

Beeld: Bas van Setten

“SimCity in het echt”

Eelco Eerenberg (D66) is sinds eind 2019 wethouder in Utrecht. Hij is verantwoordelijk voor de portefeuille Ruimtelijke Ontwikkeling, Onderwijs en Volksgezondheid. Daarnaast is hij onder andere verantwoordelijk voor de projecten Rijnenburg en Groot Merwede, waar de Merwedekanaalzone onder valt.

“Ik heb de leukste baan van Nederland. Vroeger speelde ik graag SimCity 2000, nu mag ik in werkelijkheid de stad helpen vormgeven. Ik ben van huis uit ingenieur en samen met partners werken aan oplossingen vind ik één van de leukste dingen in mijn werk. En die bijdrage aan het oplossen van grote maatschappelijke problemen lever ik met veel respect voor woningzoekenden én voor onze planeet.”

Drijfveren voor duurzaamheid

De motivatie achter stedelijke verduurzaming is wat Eerenberg betreft tweeledig. “We moeten zowel woningnood als de klimaat- en energiecrisis aanpakken. Als stad zijn we grootverbruikers van materialen en energie, maar dat geeft ons ook de kans om heel efficiënt te zijn. Door een compacte stad te realiseren waar mensen kunnen wonen en werken, hebben inwoners bijvoorbeeld minder vaak een auto nodig.” 

Utrecht kiest daarom bij verschillende ontwikkelingen voor lage parkeernormen van 0,2/0,3. “Daarmee komt er automatisch meer ruimte voor groen, voor spelen, voor buiten zijn, én voor gezondheid.” Want ook gezondheid is een belangrijk uitgangspunt in de stedelijke strategie van de stad, benadrukt Eerenberg. “Utrecht wil een stad zijn die gezond gedrag bevordert én beloont.” 

Toekomstbestendige gebiedsontwikkeling in Utrecht: 3 voorbeelden

Wethouder Eerenberg illustreert de duurzame gebiedsontwikkeling in Utrecht met 3 concrete voorbeelden: 

Cartesius

Bij grootschalige binnenstedelijke gebiedsontwikkeling Cartesius ligt de focus op gezondheid. “We willen een wijk bouwen waarin alles ontworpen is om mensen te helpen gezonde keuzes te maken. Gezondheid en duurzaamheid liggen in elkaars verlengde: de gezonde keuze is vaak ook de duurzame keuze. Denk aan veel buitenruimte om lekker te bewegen. Dat is gezonder, maar brengt ook meer groen en dus ook voordelen voor klimaatadaptatie en biodiversiteit met zich mee. Bij dit gedeelte van de Cartesiusdriehoek hebben we ons laten inspireren door de zogenaamde blue zones, waar veel inwoners uitzonderlijk lang en in goede gezondheid leven. Zo hebben alle gebouwen er straks toegang tot een moestuin en goed openbaar vervoer. Ook daar weer grote complimenten voor de markt, met name voor Onno Dwars van Ballast Nedam, die het plan helemaal omarmd heeft. Ook met deze gebiedsontwikkeling helpen we bij het oplossen van een groot maatschappelijk probleem: met wijken waarin mensen gezonder zijn, belasten we ook de zorg minder.”

Merwedekanaalzone

De ontwikkeling van de Merwedekanaalzone is een groot praktijkvoorbeeld met hoge duurzaamheidsambities. “Netcongestie hangt als een enorm zwaard van Damocles boven de stad, waar we ook bij de ontwikkelingen in dit gebied tegenaan liepen. Omdat we woningzoekenden niet in de kou wilden laten staan, gingen we met de betrokken partijen op zoek naar een oplossing. Van woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars tot alle toekomstige (commerciële) huurders, iedereen was bereid om samen naar een lager energiegebruik toe te werken. Dat gaan we realiseren met accu’s en het delen van stroom, maar ook door afspraken te maken over het spreiden van de piekbelasting. Omdat alle partijen daarin meegaan, kunnen we het gebied een stuk duurzamer maken én is netcongestie hier niet langer een probleem. Dit is een mooi voorbeeld van hoe marktpartijen meedenken richting duurzame gebiedsontwikkeling. Als gemeente is het in zo’n geval onze rol om de regie te nemen en partijen met elkaar te verbinden.”

Rijnenburg

Voor het stadsdeel Rijnenburg, dat vanaf 2035 gebouwd wordt, heeft de wethouder de ambitie om de gezondste en meest duurzame, bijna zelfvoorzienende wijk van Nederland te creëren. “We willen 20.000 tot 25.000 woningen bouwen in een gebied dat nu nog polder is. Omdat het gebied buiten de stad ligt, moeten we ervoor zorgen dat de inwoners alle levensbenodigdheden in dat gebied kunnen vinden. Daarnaast ligt een gedeelte van het gebied onder NAP. Daar willen we een mooi park van maken, met veel waterberging. En ook hier liggen duurzaamheid en gezondheid in elkaars verlengde. We willen bijvoorbeeld het mobiliteitsconcept toepassen, waarbij je in parkeergarages aan de rand van de wijk bouwt. Dat zorgt ervoor dat je minder parkeerplekken hoeft te bouwen. Al die ruimte kan groen worden én de lucht wordt gezonder als er minder auto’s rondrijden. Het leuke is, we moeten echt nog helemaal beginnen aan het ambitieuze ontwerp voor deze wijk. Dus hierbij een uitnodiging aan alle lezers van DGBW magazine: Denk mee! Laten we samen een internationaal voorbeeld neerzetten.”

Duurzaam bouwen én betaalbaar wonen

Volgens wethouder Eerenberg veroorzaakt de Utrechtse aanpak van duurzaam ontwikkelen geen belemmeringen voor het betaalbaar houden van woningen. “Ook daarbij speelt de lage parkeernorm een rol. Dankzij de kosten die je daarmee bespaart houd je woningen betaalbaar. Daarnaast zorgen goede duurzaamheidseisen voor een lager energiegebruik. Dan is de huur misschien iets hoger vanwege de initieel hogere investering, maar zijn de uiteindelijke levenskosten significant lager.”

“Ik denk ook dat steeds meer beleggers, zeker pensioenfondsen, geen sky high rendement verlangen wanneer ze weten dat ze iets bijdragen voor de planeet. Dus nee, ik zie geen tegenstelling tussen duurzaam bouwen en betaalbaar wonen. Het vraagt wel een overheid die richting geeft en partijen helpt om de verbinding legt tussen de woningnood en het creëren van de duurzame, klimaatneutrale en gezonde stad die Utrecht wil zijn.”