Scope 3-emissies van vastgoed, bouw en ontwerpprojecten soms wel meer dan 100 keer groter dan scope 1 en 2

Het grootste aandeel in de CO2-uitstoot gerelateerd aan aannemers, ontwikkelaars, investeerders, architecten en ingenieursbureaus wordt niet gevormd door de directe emissies zoals het energiegebruik van de (eigen) kantoren en het woon-werk verkeer van de werknemers, maar door de indirecte emissies van hun projecten. Het gaat dan vooral om de emissie door energie en beton, staal en andere bouwmaterialen van de gebouwen en infrastructuur die zij bezitten, bouwen en ontwerpen. Vanaf dit jaar zijn de eerste grote ondernemingen verplicht hierover te rapporteren. Het zal helpen om meer te focussen op de factoren met de grootste impact. Maar hoe pakken we dit aan? Ingenieursadviesbureau Arup bracht de emissies in kaart voor meer dan duizend van haar projecten en deelt de ‘lessons learned’ in een uitgebreide rapportage.

Vanaf 1 januari 2024 zijn grote ondernemingen verplicht te rapporteren over hun duurzaamheidsactiviteiten, -risico’s en -prestaties op basis van nieuwe Europese wetgeving: Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Onderdeel van deze wetgeving is het rapporteren over de CO₂-impact van de gehele keten, ook wel Scope 3 genoemd. In de bouw heeft dit onder andere betrekking op de productie en het transport van materialen voor de bouwprojecten en de uitstoot van deze bouwprojecten in de gebruiksfase.

Whole Life Carbon Assessments

We noemen dit ‘indirecte invloed’. Dat klinkt als minder belangrijk, maar in de praktijk is deze impact veel groter dan de impact van scope 1 en scope 2.
Dit ondervond ook wereldwijd opererend ingenieursadviesbureau Arup. Om de indirecte impact van de CO₂-uitstoot van alle projecten wereldwijd, gedurende alle ontwerpfasen, te kunnen monitoren, maken zij per project Whole Life Carbon Assessments (WLCA) met behulp van platform Zero. Hieruit blijkt dat het scope 3-aandeel van al haar projecten 100 keer groter is dan de uitstoot gerelateerd aan de eigen kantoorgebouwen.

Platform Zero

Arup heeft zich gecommitteerd om voor al haar projecten over alle fasen, de CO₂-emissies te monitoren. Dit is een flinke klus, want wereldwijd werkt Arup aan duizenden projecten op jaarbasis, vanuit 95 kantoren in 34 landen.

Christa de Vaan, adviseur duurzaamheid bij Arup zegt daarover: “Wij moesten pragmatisch te werk gaan. Aan het begin van een project zijn de exacte data nog niet bekend. Daarvoor hebben we platform Zero ontwikkeld. Deze tool maakt gebruik van een typologische aanpak op basis van data-analyse met 20 gebouwfuncties, opgebouwd uit meer dan 20 subsystemen. Dit geeft ons, op basis van minimale input, inzicht in de CO₂-emissies gerelateerd aan het materiaalgebruik van onze projecten. Met geautomatiseerde parametrische energiesimulaties maken we benchmarks die ons, met beperkte input, inzicht geven in het te verwachten energieverbruik. Vanaf de voorontwerp- (VO) en definitief ontwerpfase (DO), worden gedetailleerde levenscyclusanalyses (LCA’s) ingevoerd en worden ook specifieke energiesimulaties gekoppeld. Deze geven ons feedback op onze data-analyses.”

Een andere praktische uitdaging die Arup ervaarde toen zij Scope 3 voor haar organisatie inzichtelijk wilde maken, is dat er op dit moment wereldwijd nog geen consensus is over de manier waarop WLCA moet worden gemaakt. Dit vroeg om een gestructureerde aanpak die adaptief is naar de toekomst. Het werd al snel duidelijk dat een platform noodzakelijk was. Op dit moment hebben ongeveer 750 ontwerpers en engineers wereldwijd de WLCA ingevoerd op onderdelen van hun project. Het platform zorgt ervoor dat dit efficiënt gebeurt en dat de data-invoer en methodiek consistent is en wereldwijd vergelijkbaar. Doordat de methodiek adaptief is sluit deze ook aan bij lokale regelgeving wereldwijd, zoals de MPG in Nederland.

Monitoren van CO2-uitstoot en duurzaamheidsdoelen

De data wordt uitgesplitst per discipline, zodat zowel de constructeur als de installatie-adviseur en architect verantwoordelijk zijn voor de eigen invoer. Bijkomend voordeel is dat zij ook direct inzicht krijgen in de uitstoot van de eigen discipline ten opzichte van andere gebouwen. Hiermee wordt de CO₂-reductie een gedeelde verantwoordelijkheid.

“Doordat de gegevens op een gestructureerde manier worden verzameld, kunnen we data-analyses toepassen die ons inzicht geven in de besparingen met de grootste impact. Het draagt bij aan wereldwijde kennisdeling binnen de organisatie. De impact van nieuwe materialen of slimme CO₂-arme toepassingen, ontwikkeld aan de andere kant van de wereld, is zo direct zichtbaar voor mogelijke toepassing in onze lokale projecten. Daarnaast verkrijgen we met deze werkwijze feedback over onze projecten en helpt het ons bij het monitoren van onze duurzaamheidsdoelstellingen.”

Koppeling circulariteit

Inmiddels is het monitoren van CO₂-uitstoot voor haar projecten ‘business as usual’ bij Arup. Met deze werkwijze is zij twee jaar geleden gestart en inmiddels zijn er meer dan 1.000 projecten uit 51 landen opgenomen in het platform. Momenteel werkt Arup aan de koppeling van de data uit het platform met indicatoren voor circulariteit. “Want substantiële CO₂-reductie kunnen we alleen behalen als onze gebouwen langer meegaan, flexibel en adaptief zijn en zoveel mogelijk gebouwd zijn met gerecyclede en hergebruikte materialen.”

De Vaan benadrukt: “Het proces van verduurzaming moet sneller. Om ‘Net Zero Carbon’ te bereiken moet een systeemverandering in de gehele keten plaatsvinden. Dat begint met inzicht in de omvang van de CO₂-uitstoot waar we als branche invloed op hebben. Op die manier weten we waar de grootste uitstoot plaatsvindt, kunnen we benchmarken en doelen stellen, en effectieve maatregelen nemen.”

Voor een uitgebreide toelichting van de ‘lessons learned’ van Arup, zie de rapportage “Whole life carbon assessments at global scale: A case study

DGBC-partners

Arup

Gerelateerd

Europees Parlement

EU geeft definitieve goedkeuring aan herziening verordening bouwproducten (CPR)

Whitepaper met alle informatie die je nodig hebt om data over je energiegebruik te verzamelen. 'Sturen op werkelijk energiegebruik' gidst bedrijven door datadoolhof

Waarom sturen op werkelijk energiegebruik en hoe doe je dat?

Building Life ambassadeur Sven ’t Hart is junior adviseur bij adviesbureau Merosch.

'CO2-gestuurd bouwen is nog een relatief onbekend onderwerp'