“Vanuit de overheid zijn er amper regels voor duurzame distributiecentra, laten we dus zelf zorgen dat wat wordt toegevoegd zo duurzaam mogelijk is.” Dat kan volgens Van Doorn als distributiecentra werken met het keurmerk BREEAM-NL. DGBC vindt het onvoorstelbaar dat distributiecentra niet hoeven te voldoen aan alle wet- en regelgeving. “Wat te denken van daglichttoetreding, ecologie en circulariteit? Dat zijn vereisten binnen BREEAM-NL, maar landelijk is hier in wetten en regels niets voor vastgelegd”, zegt Van Doorn.
Aandacht voor materialen
Dutch Green Building Council ziet dat ook steeds meer toeleveranciers eisen stellen aan duurzame panden en bevoorrading. Daarnaast neemt de aandacht voor materialen bij het bouwen van distributiecentra ook toe volgens Van Doorn. “Niet alleen worden die steeds duurzamer en biobased, materialen gemaakt van grondstoffen uit de natuur, het is ook steeds gebruikelijker dat je ze weer los kunt halen uit het pand, zodat je ze nog een keer kunt gebruiken.” Dat betekent dat je meer flexibiliteit krijgt in de inrichting van het gebouw. “Dan haal je een wand tijdelijk weg als je een grotere ruimte nodig hebt of plaats je die juist als je met een kleiner gezelschap bent.”
Passend in het landschap
Naast consumenten en leveranciers doen projectontwikkelaars eveneens mee aan het vergroenen. Ze kijken steeds vaker hoe de distributiecentra in het landschap passen. Groene daken voorkomen hittestress en dragen bij aan de biodiversiteit. “Nature’s Pride in Westland is een voorbeeld van een gebouw uit 2013 waarbij in het ontwerp veel aandacht is besteed aan de groene omgeving, door een tuin met vijver aan te leggen. En sindsdien heeft de techniek niet stilgestaan. Er zijn meer oplossingen voor het opvangen van regenwater bijvoorbeeld, zodat dat niet in het riool verdwijnt, maar in bassins voor hergebruik en dat helpt tegen verdroging en het dreigende drinkwatertekort.”
Lees het hele artikel in de online bijlage van het Financieel Dagblad